Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Sommelsdijk
Datum 7 januari 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Ik wil mijn bezorgdheid uiten over de voorgestelde wetgeving inzake informeel onderwijs, die volgens mij onterecht ingrijpt op fundamentele grondrechten en het principe van proportionaliteit.

1. Inbreuk op godsdienstvrijheid
De wet voorziet in toezicht op onderwijsactiviteiten binnen kerken, synagogen en andere religieuze instellingen. Dit raakt de godsdienstvrijheid, een essentieel grondrecht in Nederland. Er worden geen concrete problemen aangetoond die rechtvaardigen dat de overheid zich inmengt in het onderwijs binnen religieuze gemeenschappen. Zolang er geen bewijs is van oproepen tot geweld of ondermijning van de openbare orde, is er geen rechtvaardiging voor dergelijk ingrijpen.

2. Ongedefinieerde term 'sociale veiligheid'
De wet legt de nadruk op 'sociale veiligheid', maar de betekenis van deze term blijft onduidelijk. Sociale veiligheid kan breed geïnterpreteerd worden, wat leidt tot subjectieve en potentieel willekeurige handhaving van de wet. Dit kan een groot aantal informele leeractiviteiten onder toezicht plaatsen, zonder dat er sprake is van reële bedreigingen.

3. Proportionaliteit van de maatregelen
De wet stelt voor om vrijwel alle informele leeractiviteiten onder toezicht van de overheid te stellen, van scouting tot zondagsscholen en muziekverenigingen. Dit is buitenproportioneel. Er is geen bewijs dat er op grote schaal sprake is van gevaarlijke situaties binnen deze activiteiten. De wet creëert een oplossing voor een probleem dat niet substantieel is aangetoond, wat de proportionaliteit van de maatregelen in twijfel trekt.

4. Onvoldoende afbakening van informeel onderwijs
Het concept 'informeel onderwijs' is breed en vaag. Dit kan leiden tot onduidelijkheid over welke activiteiten onder de wet vallen. Het gaat hier om een diverse groep initiatieven, van hobbyclubs tot religieus onderwijs. De wet zou concretere criteria moeten bevatten voor wanneer en waarom toezicht noodzakelijk is.

Ik verzoek de wetgever de volgende aanpassingen door te voeren:

De wet moet alleen ingrijpen bij concrete dreigingen voor de openbare orde of veiligheid, met duidelijke definities van 'sociale veiligheid' om willekeurige toepassing te voorkomen. Toezicht moet beperkt blijven tot aantoonbare dreigingen, zodat informele leeractiviteiten niet onterecht worden gecontroleerd. De wet moet precies aangeven welke activiteiten onder toezicht staan en wanneer dit noodzakelijk is.