Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Geachte beleidsmakers,

Met bezorgdheid heb ik kennisgenomen van de voorgestelde wetgeving die gericht is op het aanscherpen van toezicht op niet-verplichte weekendonderwijsinstellingen. Hoewel ik de intentie begrijp om kwaliteit en veiligheid te waarborgen, wil ik benadrukken dat dergelijke maatregelen potentieel onbedoelde en zorgwekkende gevolgen kunnen hebben voor religieuze, culturele en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor het verrijken van de samenleving.

1. Vrijheid van onderwijs en vereniging
Het voorgestelde beleid dreigt de grondwettelijke vrijheid van onderwijs en vereniging te beperken. Veel van deze instellingen, zoals moskeeën, kerken en culturele verenigingen, bieden weekendonderwijs dat kinderen niet alleen onderwijst, maar ook identiteit, waarden en normen meegeeft die essentieel zijn voor hun ontwikkeling als burgers. Overmatige regulering kan deze rol bemoeilijken en organisaties onnodig bureaucratisch belasten.

2. Onterechte stigmatisering
Het strenger toezicht lijkt te impliceren dat er systematisch wanpraktijken plaatsvinden binnen deze instellingen, wat ongefundeerd en stigmatiserend is. De overgrote meerderheid van de weekendonderwijsorganisaties werkt transparant en met een duidelijke toewijding aan het welzijn van hun leerlingen.

3. Praktische uitdagingen en ongelijkheid
Extra regels en toezicht zullen vooral kleinere, vrijwilligersgestuurde instellingen treffen die niet over de middelen beschikken om te voldoen aan complexe vereisten. Dit creëert een ongelijk speelveld en zet druk op gemeenschappen die al vaak ondervertegenwoordigd zijn.

4. Een constructieve benadering
In plaats van dwingend toezicht is samenwerking een effectievere benadering. Overheden zouden deze instellingen kunnen ondersteunen door middel van:

Subsidies voor professionalisering en scholing van vrijwilligers.
Dialoogplatformen om best practices uit te wisselen.
Een laagdrempelig meldpunt voor eventuele klachten, zonder dat dit leidt tot onnodige controle.
Ik roep u op om een balans te vinden tussen het waarborgen van kwaliteit en veiligheid enerzijds, en het respecteren van de autonomie en bijdrage van deze organisaties anderzijds. Dit vereist een beleid dat vertrouwen opbouwt en versterkt in plaats van wantrouwen te zaaien.

Met vriendelijke groet