Wet toezicht informeel onderwijs
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Hardinxveld-Giessendam
|
Datum
|
20 november 2024
|
Vraag1
Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Hierbij teken ik bezwaar aan tegen het voorstel voor de Wet Informeel Onderwijs. Deze wet schendt niet alleen de scheiding van kerk en staat, maar vormt ook een bedreiging voor de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, en de vrijheid van meningsuiting.
De wet is buitenproportioneel en onterecht gericht op informele onderwijsvormen, zoals weekendscholen, die al eeuwenlang bijdragen aan de vorming van Nederlandse burgers. Deze onderwijsvormen bevorderen de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van individuen en dragen bij aan het pluralisme van onze samenleving. De voorgestelde wet zou deze vrijheid ernstig inperken en creëert een onterecht overheidsinmenging in private initiatieven.
Het is belangrijk te benadrukken dat deze wet niet nodig is. De aanpak van antirechtstatelijke activiteiten kan effectief worden uitgevoerd binnen het strafrecht, waar al wetgeving bestaat om bijvoorbeeld radicalisering en extremisme tegen te gaan. De wet stelt de overheid in staat om onterecht informele onderwijsvormen te reguleren, terwijl de werkelijke problematiek juist via strafrechtelijke maatregelen aangepakt zou moeten worden. Het is niet de taak van de overheid om via onderwijsinitiatieven te controleren of te sturen, zeker niet als het gaat om gemeenschappen die geen bedreiging vormen voor de rechtsstaat.
Bovendien zal deze wet leiden tot een toename van wantrouwen in de overheid bij verschillende groepen binnen de Nederlandse samenleving. Gemeenschappen die afhankelijk zijn van informele onderwijsvormen, zoals religieuze en culturele gemeenschappen, zullen de wet ervaren als een ongewenste bemoeienis met hun vrijheden. Dit kan leiden tot maatschappelijke polarisatie en verdere afstand tussen bepaalde groepen en de overheid, wat de sociale cohesie schaadt.
De voorgestelde wet is dus niet alleen een inbreuk op de individuele vrijheden van burgers, maar ook een misplaatste poging om een probleem dat niet bestaat te reguleren. De overheid doet er goed aan om deze wet te heroverwegen en de aanpak van eventuele antirechtstatelijke activiteiten binnen het strafrecht te zoeken.
De wet informeel onderwijs is dan ook een verwerpelijke vorm van staatspedagogiek die de fundamenten van onze vrijheid ondermijnt. Ik teken bezwaar aan tegen dit voorstel en roep de overheid op om deze wet te verwerpen en de problematiek via de juiste kanalen aan te pakken.