Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Ik maak mij zorgen dat deze wet, ondanks de in het wetsvoorstel beschreven beperkingen, ongeoorloofde inbreuk zal maken op de privésfeer en onnodige organisatorische rompslomp zal veroorzaken om een probleem op te lossen dat naar eigen zeggen maar zeer zelden voorkomt - het enkele voorbeeld in het wetsvoorstel van haat en geweld ten gevolge van informeel onderwijs in Nederland erkent zelf dat deze beweging in recente jaren is gederadicaliseerd. De discussie rondom het wetsvoorstel en de in het wetsvoorstel beschreven voorbeelden suggereren bovendien een disproportionele argwaan tegenover specifiek islamitische gemeenschappen en gemeenschappen met buitenlandse, d.w.z niet-westerse connecties. Ik voorzie dat er wegens het beeld dat hiermee word geschetst in de publieke geest, en de algemeen heersende problematiek van racisme, xenofobie en islamofobie, disproportioneel veel meldingen zullen worden gedaan met betrekking tot islamitische organisaties of immigranten, terwijl minder "buitenlands" ogende organisaties niet of minder snel gemeld zullen worden. De regering is toch zeker de toeslagenaffaire, waarbij mensen met "buitenlands" klinkende namen bovenmatig vaak werden gecontroleerd en disproportioneel werden gestraft, nog niet vergeten? En zoals beschreven in het wetsvoorstel zelf, is het onmogelijk te verantwoorden om dan maar álle informele onderwijsinstellingen te inspecteren. Verder heb ik twijfels over hoe onafhankelijk het voorgestelde adviescommissie werkelijk kan zijn als alle leden door de minister worden aangesteld. Het lijkt mij beter om de financiën en manskracht die voor dit wetsvoorstel zijn uitgezet, in te zetten om de omstandigheden die leiden tot radicalisatie en haat te onderzoeken en voorkomen.