Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 6 december 2024

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Het wetsvoorstel Toezicht op informeel onderwijs roept diverse juridische en maatschappelijke bezwaren op. Een belangrijk punt is de mogelijke inbreuk op de vrijheid van onderwijs en godsdienst (Artikel 23 Grondwet). Dit artikel waarborgt de vrijheid voor ouders om hun kinderen onderwijs te geven dat overeenkomt met hun overtuigingen, zolang het niet in strijd is met de openbare orde of de rechten van anderen. Het ingrijpen in informele onderwijsinstellingen kan als een beperking van deze vrijheid worden gezien, vooral als het ingrijpen betrekking heeft op instellingen die onderwijs bieden op basis van religieuze of culturele overtuigingen.

Daarnaast kan het wetsvoorstel leiden tot ongelijke behandeling van verschillende onderwijsinstellingen. Formele onderwijsinstellingen vallen al onder strikte regels en toezicht, terwijl informele instellingen nu geen toezicht kennen. Het wetsvoorstel zou in sommige gevallen als discriminatie kunnen worden opgevat, omdat er geen gelijke regelgeving is voor formeel en informeel onderwijs. Dit kan onterecht een ongelijke behandeling van onderwijsmodellen bevorderen.

Er is ook bezorgdheid over de belemmering van culturele en religieuze diversiteit. Informeel onderwijs speelt voor veel gemeenschappen een cruciale rol in het behouden van hun culturele en religieuze identiteit. Het ingrijpen in deze vormen van onderwijs, zelfs wanneer er geen sprake is van haat, discriminatie of geweld, kan als een beperking van de culturele autonomie van bepaalde groepen worden gezien. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het behoud van culturele diversiteit in Nederland.

Het voorstel kan bovendien als een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting worden beschouwd. Als de overheid besluit in te grijpen op basis van waarden zoals haat of discriminatie, bestaat het risico dat bepaalde ideologische of religieuze standpunten worden gecensureerd of onderdrukt. In een democratische samenleving rijst de vraag of de staat zich moet bemoeien met onderwijs dat afwijkt van de dominante normen, zolang dit niet leidt tot geweld of haat. Dit kan het recht op vrijheid van meningsuiting ondermijnen.

Er is ook twijfel over de effectiviteit van het toezicht. Informele onderwijsinstellingen kunnen variëren in hun onderwijsmethoden en doelen. Het invoeren van centraal toezicht kan leiden tot een "one-size-fits-all"-benadering die geen rekening houdt met de specifieke behoeften van diverse gemeenschappen.

Bijlage