Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Graag wil ik mijn grote bezorgdheid uiten over het voorgestelde wetsvoorstel voor toezicht op informeel onderwijs.
Ik spreek ook graag mijn zorgen uit over de impact van deze wet op onze gemeenschap en de fundamentele rechten van de burger.

De wetsvoorstel lijkt zich in de praktijk vooral te richten op
islamitisch weekendonderwijs en Koranscholen.
Dit blijkt onder meer uit:
- De parlementaire geschiedenis en het debat in de Tweede Kamer
- De voorbeelden in de Memorie van Toelichting die voornamelijk verwijzen naar
islamitisch onderwijs
- De timing en context van het wetsvoorstel in het huidige politieke klimaat
- De focus op religieus onderwijs terwijl andere vormen van informeel onderwijs minder aandacht krijgen
Deze selectieve benadering ervaar ik als stigmatiserend en discriminerend voor onze
gemeenschap. Het creëert wantrouwen en geeft het gevoel dat we als moslims anders
worden behandeld dan andere religieuze groepen die informeel onderwijs aanbieden.
Aantasting van fundamentele rechten
Het wetsvoorstel maakt een ernstige inbreuk op onze grondrechten:
1. Vrijheid van godsdienst:
- Het recht om onze kinderen religieus onderwijs te geven conform onze
geloofsovertuiging
- De vrijheid om religieuze en culturele waarden over te dragen
- De autonomie van religieuze instellingen
2. Recht op onderwijs:
- Het fundamentele recht van ouders om onderwijs te kiezen dat aansluit bij hun
overtuigingen
- De mogelijkheid om aanvullend religieus onderwijs te verzorgen
- De vrijheid om onze kinderen voor te bereiden op hun toekomst met behoud van
identiteit
Onvoldoende waarborgen
De wet biedt onvoldoende bescherming tegen willekeur en misbruik:
- De mogelijkheid van anonieme meldingen kan leiden tot onterechte verdachtmakingen
- Het "redelijk vermoeden" als criterium is te vaag en subjectief
- De bevoegdheden van toezichthouders zijn zeer vergaand
- De rechtsbescherming komt te laat in het proces
Bestaande wetgeving volstaat
Er bestaan al voldoende wettelijke mogelijkheden om op te treden tegen daadwerkelijke
misstanden:
- Strafrecht voor strafbare feiten
- Burgemeester voor openbare orde
- Onderwijsinspectie voor bekostigd onderwijs
Conclusie
Dit wetsvoorstel zal leiden tot verdere stigmatisering van de moslimgemeenschap en
maakt een ongerechtvaardigde inbreuk op onze grondrechten. Het ondermijnt het
vertrouwen in de overheid en tast de sociale cohesie aan. Ik verzoek u daarom met klem
om dit wetsvoorstel te heroverwegen