Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Graag reageer ik op het concept-wetsvoorstel Toezicht Informeel Onderwijs. Als thuisonderwijzer verbaas ik me erover dat de staatssecretaris eerder heeft aangegeven dat dit wetsvoorstel thuisonderwijs niet zal raken, maar dat de uiteindelijke tekst expliciet melding maakt van toepasbaarheid op natuurlijke personen in combinatie met een reikwijdte die thuisonderwijs maar ten dele uitsluit. Als betrokkene bij overleg met het ministerie over de voortgang van het wetsvoorstel op thuisonderwijs had ik toch de hoop, zeker omdat dit hetzelfde team op het ministerie betreft, dat men zich er bewust van zou zijn dat thuisonderwijs meer inhoudt dan alleen onderwijs uitsluitend aan eigen kinderen of aan de eigen keukentafel. Voor een verdere uiteenzetting van dit punt verwijs ik naar de reactie van de Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs.

Daarnaast vrees ik voor de gevolgen van een meldingsgerichte aanpak, ook al zullen meldingen officieel geen gevolgen hebben voor de lijdende partij. In mijn eigen buurt heb ik gezien hoe kinderen betrokken worden bij een burenruzie en dat er een melding is gedaan bij Veilig Thuis. De aard van de melding is mij niet bekend, maar de redenen voor het indienen ervan zullen niet puur hebben gelegen in de behandeling van de kinderen door de ouders. Ondanks dat er, naar mijn weten, geen constateringen zijn gedaan naar aanleiding van deze melding, heeft alleen al het feit dat er melding gedaan is een grote emotionele impact op het betreffende gezin. Ik vrees voor dergelijke praktijken wanneer een wet als deze werkelijkheid wordt, zeker omdat over opvoeding veel mensen een mening hebben.

Over de uitvoerbaarheid van dit wetsvoorstel en de proportionaliteit is voldoende gezegd, onder andere door de inspectie van het onderwijs. Ik onderschrijf het belang van een samenleving waarin haat en discriminatie geen plaats hebben. Daarop zal gehandhaafd moeten worden, maar het huidige wetsvoorstel is daar mijns inziens niet het juiste middel voor. Daarnaast is de wens van een brede toepasbaarheid van de wet begrijpelijk, maar brengt deze in mijn ogen te grote nadelen met zich mee. Mijn aanbeveling zou liggen in het onderzoeken van de mogelijkheden binnen de huidige wetgeving binnen het strafrecht en deze te verbeteren, zodat natuurlijke personen en kleine instellingen niet te maken krijgen met onterechte meldingen van derden uit politieke en pedagogische overwegingen.