Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Ik begrijp de zorgen rondom polarisatie en de gevaren van extremistische of niet democratische beinvloeding van kinderen of jongeren. Tegelijkertijd ben ik van mening dat er op dit moment genoeg wetgeving beschikbaar is om hier tegen op te treden. Dit beleid werkt averechts op de integratie. Ik heb veel contacten zowel in orthodox christelijke kring als ook met veel nationaliteiten. De meeste mensen dragen ons land een warm hart toe en de vrijheden die we hebben in NL is juist iets om trots op te zijn. Laten we alsjeblieft wat meer vertrouwen uitstralen en ons best doen als NL-ders om zelf en onze kinderen open te staan voor anderen, zodat door relaties, contact en de goede dialoog de polarisatie afneemt en daarmee ook de kans op indoctrinatie bij enkele minderheidsgroeperingen. En vanuit praktisch oogpunt lijkt het me sowieso beter dat de inspectie die toch al grote steken laat vallen niet ook nog belast wordt met het toezicht op informeel onderwijs. Het zou ook het draagvlak voor de inspectie verkleinen in het formeel onderwijs, dat lijkt me een slechte ontwikkeling. De burgerschapswet van 2021 biedt hoop voor de toekomst. Kinderen, waar ze ook opgroeien, krijgen nu doelgericht en samenhangend aanbod rondom de 8 basiswaarden van de democratische samenleving en de school als oefenplaats biedt kansen voor leerlingen om een ander geluid te horen dan in hun thuisomgeving. Ze zullen bij het opgroeien zelf een keuze maken hoe ze hun leven op een goede manier willen vorm geven. Het is niet maakbaar om te denken dat wij met regelgeving en toezicht extremistische denkbeelden uit de maatschappij kunnen verdrijven. Ik ben van mening dat hoe hoger de druk hoe meer het zich ingraaft. De ideeën kunnen wat wat mij betreft het best bestrijden met een uitnodigende houding, participatie en een behoorlijke dosis vertrouwen. Ik hoop van harte dat we dat voorbeeld ook krijgen aangereikt vanuit de politiek. Voor mijn werk adviseer ik scholen bij burgerschapsonderwijs. Een veel gehoorde opmerking is: Wij leren de kinderen respectvol en tolerant te zijn, en intolerantie te bestrijden, maar in Den Haag doen ze niet anders. Waar kinderen en jongeren behoefte aan hebben zijn leiders die het goede voorbeeld geven, geen leiders die uit angst kiezen voor nog meer dominantie.