Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Utrecht
Datum 24 november 2024

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Ik ben tegenstander. Zie mijn argumenten.

1. Schending van de vrijheid van onderwijs: Het voorstel kan als een inbreuk op de vrijheid van onderwijs worden gezien. In Nederland is de vrijheid van onderwijs een grondrecht, wat betekent dat ouders en andere opvoeders vrij moeten zijn om te kiezen hoe en wat zij hun kinderen bijbrengen, zolang dit niet direct in strijd is met de wet. Het invoeren van staatscontrole op informeel onderwijs kan deze vrijheid inperken en kan leiden tot overheidsbemoeienis met lesinhoud die buiten het formele onderwijs valt.

2. Risico van overregulering: Het voorstel kan leiden tot een bureaucratische lading voor zowel ouders als organisaties die informeel onderwijs aanbieden. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot de verplichting om onderwijsprogramma's te registreren of goedkeuring te krijgen voor bepaalde inhoud. Dit verhoogt de administratieve lasten, zonder dat er daadwerkelijk bewijs is dat informeel onderwijs op grote schaal schadelijk is.

3. Onvoldoende afbakening van 'informeel onderwijs': De definitie van informeel onderwijs is vaak vaag en kan moeilijk te onderscheiden zijn van andere vormen van leren, zoals huiswerkbegeleiding, hobbygroepen of vrijwilligersinitiatieven. Dit kan ertoe leiden dat de wet overmatig wordt toegepast op activiteiten die helemaal niet als onderwijs bedoeld zijn, zoals culturele of sociale groepen voor kinderen.

4. Risico van oneerlijke targeting: Het voorstel zou specifiek kunnen worden ingezet om bepaalde groeperingen of ideologische stromingen te controleren, terwijl het in werkelijkheid geen groot probleem is in de meeste informele onderwijsomgevingen. Er is een risico dat minderheidsgroepen of alternatieve opvoedingsmodellen onevenredig worden gecontroleerd of gestigmatiseerd, wat zou kunnen leiden tot discriminatie.

5. Afbraak van vertrouwen tussen ouders en overheid: Het voorstel kan een vertrouwensbreuk veroorzaken tussen ouders, opvoeders en de overheid. Ouders zouden kunnen voelen dat ze voortdurend onder toezicht staan bij het opvoeden van hun kinderen, wat kan leiden tot een afname van de autonomie in het gezin en een gevoel van wantrouwen tegenover de overheid.