Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Geachte dames en heren,

Met deze reactie wil ik mijn bezwaar uiten tegen de voorgestelde “Wet toezicht informeel onderwijs.” Hoewel ik begrijp dat de overheid een zekere mate van toezicht wil uitoefenen om misstanden te voorkomen, ben ik van mening dat deze wet een onnodige en disproportionele inbreuk vormt op de vrijheid van onderwijs en vereniging, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet.

1. Beperking van vrijheid van onderwijs
Informeel onderwijs is een waardevol onderdeel van onze samenleving dat vaak door vrijwilligers en maatschappelijke organisaties wordt georganiseerd. Deze initiatieven geven invulling aan diversiteit en keuzevrijheid in het onderwijs. Het instellen van toezicht legt een bureaucratische last op deze organisaties, wat kan leiden tot ontmoediging en minder aanbod van informeel onderwijs.

2. Overregulering en bureaucratie
De invoering van toezicht brengt administratieve lasten en kosten met zich mee voor aanbieders van informeel onderwijs. Veel van deze aanbieders beschikken niet over de middelen of capaciteit om aan dergelijke eisen te voldoen, waardoor waardevolle initiatieven mogelijk verdwijnen.

3. Vertrouwen in de samenleving
Informeel onderwijs is gebaseerd op onderling vertrouwen en vrijheid. Het toezicht dat de overheid voorstelt, lijkt gebaseerd te zijn op wantrouwen en kan leiden tot onnodige bemoeienis. De samenleving heeft al voldoende mechanismen om misstanden aan te kaarten zonder dat er nieuwe wetgeving nodig is.
Ik verzoek u daarom om het voorstel voor deze wet te heroverwegen en de gevolgen voor kleine en vrijwillige aanbieders van informeel onderwijs serieus mee te nemen. Laat informeel onderwijs een vrij plaats blijven voor ontmoeting, ontwikkeling en gemeenschapsvorming, zonder onnodige overheidsbemoeienis.

Met vriendelijke groet,

Zubeyir Ozay