Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Het onderhavige wetsontwerp is een schending van de vrijheid van godsdienst en miskent de scheiding van kerk en staat. Het is niet aan de overheid om zich te mengen in de vraag wat er op cathechisatie, zondagsschool of welke vorm van kerkelijk onderwijs aan jongeren ook wordt onderwezen, behoudens wanneer daarbij sprake is van strafbare feiten, en dan is niet de minister van onderwijs, maar het OM de aangewezen instantie om onderzoek te doen. De passage in de MvT waarin wordt betoogd dat dit optreden van het OM niet zou kunnen worden afgewacht omdat er dan al zoveel zou kunnen zijn mis gegaan, overtuigt volstrekt niet. Het is immers niet aan de overheid om een soort preventief toezicht te houden op kerkelijke activiteiten.
Daarbij komt dat de voorbeelden waarom deze wet er zou moeten komen beperkt zijn en voor wat betreft Nederland in concrete zin alleen zijn ontleend aan islamitisch onderwijs en overigens op zorgen vanuit veiligheidsinstanties of voorbeelden in (verre) buitenlanden, zoals dat van een zondagsschool in Amerika. Ook in de EU worden slechts Denemarken en Cyprus genoemd als landen waarin men op dit punt maatregelen heeft genomen. In de overgrote meerderheid van de EU is dus -terecht - geen sprake van dergelijke wetgeving.
Ook deze feitelijke onderbouwing van de argumentatie voor de wet overtuigt dan ook niet.
Ik dring er dan ook op aan om het wetsontwerp in te trekken.