Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Beilen
Datum 2 januari 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
We hebben ernstige zorgen over de gevolgen van dit wetsvoorstel.
Voor ons is het informele onderwijs, gericht op vorming en ontwikkeling van kinderen in onderwerpen die binnen het reguliere onderwijs onvoldoende aan bod komen, van groot belang. Via activiteiten binnen onze plaatselijke kerk geven we religieuze vorming aan kinderen, die het ontwikkelen van hun religieuze identiteit bevordert. We denken dat dit een positieve invloed heeft op hun zelfvertrouwen in het contact met anderen. Daarnaast heeft de inhoud van onze religieuze vorming het vertrouwen van zowel de ouders als de kinderen.

Met het voorstel van de Wet toetsing informeel onderwijs ontstaat er een spanningsveld met fundamentele grondrechten. Na de invoering hiervan kan er overheidsbemoeienis ontstaan met de inhoud van ons clubwerk en catechisatie. Dit schuurt met de vrijheid van godsdienst (artikel 6 Grondwet, artikel 9 EVRM) en de vrijheid van meningsuiting (artikel 7 Grondwet, artikel 10 EVRM). Ook raakt dit aan de vrijheid van vereniging (artikel 8 Grondwet, artikel 11 EVRM) en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10 Grondwet, artikel 8 EVRM).
Een inbreuk op grondrechten vraagt om een stevige toets, waarbij rechterlijk toezicht op zijn plaats is. Het wetsvoorstel is daarentegen slechts ingebed in het bestuursrecht en voorziet alleen op aanvraag in een rechtelijke toets en dus pas nadat er maatregelen zijn opgelegd. Vooraf komt er dus geen rechter aan te pas, wat er wel zou mogen worden verwacht en ook inbreekt op de scheiding van machten.
Het wetvoorstel is daarmee disproportioneel in zijn uitwerking.

Ook richt het wetvoorstel zich tegen vele opleidingsvormen, want informele scholing reikt van scouting, kindertheaterscholen, catechisatie, sportactiviteiten, voetbalacademies, de bibliotheek, cultuurcentra tot en met op religieuze leest geschoeide scholing. Ook met dit brede bereik ontbreekt de proportionaliteit, want het in dit wetsvoorstel benoemde probleem is beperkt tot het anti-integratief, antidemocratisch of antirechtstatelijk informeel onderwijs.

Wij dringen er daarom op aan om dit wetsvoorstel in te trekken en voor het gesignaleerde probleem binnen het bestaande wettelijk instrumentarium een oplossing te zoeken.