Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Ik sluit mij ook volledig aan op onderstaande tekst

Geachte heer/mevrouw,

Met deze brief wil ik mijn ernstige bezorgdheid uiten over het plan om toezicht in te stellen op informeel onderwijs, zoals Koranscholen. Hoewel het beschermen van kinderen tegen schadelijke invloeden essentieel is, zijn de voorgestelde maatregelen disproportioneel en problematisch.

Informeel onderwijs, zoals Koranscholen, biedt kinderen waardevolle mogelijkheden om hun culturele, religieuze en taalkundige vaardigheden te ontwikkelen in een veilige omgeving die aansluit bij hun identiteit. Extra toezicht op deze instellingen kan echter leiden tot discriminatie en stigmatisering van specifieke groepen, met name de islamitische gemeenschap. Dit ondermijnt niet alleen het vertrouwen in de overheid, maar raakt ook fundamentele grondrechten zoals de vrijheid van onderwijs, vereniging en godsdienst.

Daarnaast is het gebruik van vage en subjectieve termen zoals “haat”, “geweld” en “discriminatie” zorgwekkend. Deze begrippen zijn interpretatiegevoelig en kunnen leiden tot willekeurige handhaving en oneerlijke behandeling. Het risico bestaat dat legitieme educatieve activiteiten onterecht als problematisch worden bestempeld, wat ouders en instellingen afschrikt om vrijuit alternatieve of kritische perspectieven te onderwijzen.

Ook is het plan om de Inspectie van het Onderwijs bevoegdheid te geven over informeel onderwijs in strijd met artikel 23 van de Grondwet, dat expliciet is bedoeld voor formeel onderwijs. Het voorstel schendt bovendien de scheiding van kerk en staat door religieuze instellingen aan overheidscontrole te onderwerpen, en het binnentreden in kerken druist in tegen artikel 12 van de Grondwet.

Ik roep u op om dit wetsvoorstel te heroverwegen en te zorgen voor een benadering die de waarde van informeel onderwijs erkent en beschermt, zonder discriminatie of onnodige inmenging. Alleen zo kunnen we diversiteit en vrijheid in onze samenleving waarborgen.

Met vriendelijke groet,