Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Hierbij maak ik mijn bezwaar kenbaar tegen het Wetsvoorstel Toezicht op informeel onderwijs en in het bijzonder de toezicht op Koranscholen. Ik ben van mening dat dit voorstel discriminerend is en onterecht een specifieke religieuze en culturele groep stigmatiseert.

Koranscholen vervullen een belangrijke rol in het onderwijs en de cultuur van veel gemeenschappen in Nederland. Deze scholen bieden een unieke vorm van onderwijs die niet alleen gericht is op het onderwijzen van de Arabische taal en het begrijpen van de Islam, maar ook bijdraagt aan de integratie en sociale cohesie van bepaalde groepen in onze samenleving. Het stellen van strikte toezichtvereisten op deze scholen lijkt echter een onterecht onderscheid te maken tussen Koranscholen en andere onderwijsinstellingen.

Het wetsvoorstel kan als een vorm van institutionele discriminatie worden gezien, doordat het Koranscholen onterecht onder de vergrootglas legt, terwijl andere vormen van informeel onderwijs niet hetzelfde niveau van toezicht en controle krijgen. Dit roept de vraag op of het wetsvoorstel niet specifiek gericht is op een bepaalde geloofsgroep en daarmee het recht op religieuze vrijheid en onderwijs beperkt.

Ik verzoek u dan ook om het wetsvoorstel te heroverwegen en te zorgen voor een gelijkwaardige behandeling van alle vormen van informeel onderwijs, zonder ongepaste focus op Koranscholen. Het is essentieel dat wij alle onderwijsvormen gelijkwaardig behandelen en niet één specifieke groep onterecht belasten met extra regels en controles.

Met vriendelijke groet,
N. Kasmi