Wet toezicht informeel onderwijs
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Tilburg
|
Datum
|
15 november 2024
|
Vraag1
Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Ik maak mij zorgen over de toenemende bemoeienis van de overheid met aspecten van het gezinsleven en het recht van ouders om zelf beslissingen te nemen over de opvoeding en het onderwijs van hun kinderen. Het huidige wetsvoorstel dat toezicht op informeel onderwijs wil introduceren, wekt de indruk dat de overheid steeds meer grip wil krijgen op de keuzes die ouders maken, zelfs als die keuzes betrekking hebben op aanvullende vormen van onderwijs die buiten het reguliere onderwijssysteem vallen.
Het principe dat ouders in staat zijn om te bepalen wat het beste is voor hun kinderen, is een kernwaarde in een vrije samenleving. Ouders kennen hun kinderen beter dan wie ook en zijn vaak goed geïnformeerd over wat hun kind nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen. Of het nu gaat om religieus onderwijs, bijlessen, sport- of creatieve activiteiten, ouders maken deze keuzes met het welzijn van hun kinderen in gedachten. Waarom zou de overheid dus de behoefte voelen om deze beslissingen te reguleren of te controleren?
Natuurlijk begrijp ik dat er gevallen kunnen zijn waarin toezicht noodzakelijk is om misbruik of schadelijke praktijken te voorkomen. Maar dit mag niet de standaard rechtvaardiging zijn om alle vormen van informeel onderwijs aan strengere overheidscontrole te onderwerpen. Een alomvattende benadering waarbij alle informele onderwijsvormen onder toezicht komen te staan, kan leiden tot onnodige bureaucratie en bemoeienis, terwijl het de vrijheid en verantwoordelijkheid van ouders ondermijnt.
Kortom, ik ben van mening dat de overheid voorzichtig moet zijn met het uitbreiden van haar invloed op informeel onderwijs. Het vertrouwen in de capaciteiten van ouders om verstandige beslissingen te nemen voor hun kinderen zou het uitgangspunt moeten zijn, en alleen in uitzonderlijke situaties moet de overheid ingrijpen. Laten we ervoor zorgen dat de balans tussen bescherming en vrijheid behouden blijft, zodat gezinnen zelf kunnen blijven kiezen hoe zij het beste onderwijs voor hun kinderen vormgeven.