Wet toezicht informeel onderwijs
Reactie
Naam
|
Dhr R Azarkane
|
Plaats
|
Arnhem
|
Datum
|
21 november 2024
|
Vraag1
Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Geachte Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Met deze brief wil ik mijn zorgen uiten over het wetsvoorstel dat toezicht wil regelen op informeel onderwijs aan kinderen van 4 tot en met 17 jaar. Hoewel ik begrijp dat onderwijs een bijdrage moet leveren aan democratische waarden en het voorkomen van haat of discriminatie, acht ik dit voorstel problematisch.
Allereerst biedt de bestaande wetgeving al mogelijkheden voor politie en burgemeesters om op te treden bij strafbare feiten in informele onderwijsinstellingen. Strafrechtelijke vervolging is mogelijk bij bewezen overtredingen, zoals haatzaaien of antidemocratische activiteiten. Het wetsvoorstel lijkt overbodig en creëert onnodige juridische en administratieve lasten.
Daarnaast beperkt het voorstel fundamentele grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, godsdienst en vereniging. Informeel onderwijs biedt unieke ruimte voor aanvullende kennis en identiteitvorming, bijvoorbeeld door religieuze en culturele scholing. Dit is essentieel in een democratische rechtsstaat. Het voorstel creëert bovendien spanningen met de scheiding van kerk en staat, vooral door de mogelijkheid voor inspecteurs om religieuze instellingen te betreden.
Het voorstel richt zich in de praktijk onevenredig op islamitisch informeel onderwijs, wat leidt tot stigmatisering en sociale polarisatie. Dit ondermijnt het vertrouwen van gemeenschappen in de overheid en tast de sociale cohesie aan. Informeel onderwijs vervult een belangrijke maatschappelijke rol, zoals het versterken van gemeenschappen en het bieden van aanvullende scholing naast het formele onderwijs. Het beperken ervan zou deze positieve effecten tenietdoen.
Bovendien bevat het voorstel juridische inconsistenties door informeel onderwijs onder Artikel 23 Grondwet te scharen, terwijl dit uitsluitend formeel onderwijs binnen het publieke bestel betreft. Dit leidt tot verwarring en potentiële strijdigheid met grondrechten.
Ik verzoek u daarom het wetsvoorstel te heroverwegen en informele onderwijsinitiatieven te erkennen als waardevolle aanvulling op het formele onderwijs. Bescherm de fundamentele rechten en zoek in samenspraak met betrokkenen naar proportionele oplossingen.