Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Wij begrijpen dat er wordt gezocht naar middelen om excessen in bepaalde delen van het informeel onderwijs tegen te gaan. Het huidige voorstel is echter zeer verstrekkend en heeft een veel breder bereik dan de problematiek die er aan ten grondslag ligt. Dit geldt zowel de verschillende 'sectoren' die onder het bereik van de wet moeten gaan vallen als de erg algemene en voor meerderlei uitleg vatbare criteria die aangelegd gaan worden om het informeel onderwijs inhoudelijk te kunnen beoordelen. Heel breed voelt informeel onderwijs zich hierdoor in het verdachtenbankje gezet. Dat is een heel onwenselijk effect van dit wetsvoorstel. Informeel onderwijs is uiterst waardevol en dienst juist gestimuleerd te worden, in plaats van daartegen argwaan te kweken. Ten aanzien van het kerkelijk informeel onderwijs geldt bovendien dat de nadrukkelijk onderscheiding tussen kerk en staat (geen onderlinge inmenging) in het voorstel onvoldoende wordt verdisconteerd. De staat krijgt met dit voorstel een vinger in de pap in de kerk en daarmee wordt een fundamentele grens overschreden. Vanuit onze plaatselijke kerkelijke gemeente (met allerhande florerende informele activiteiten, ook voor buitenkerkelijke doelgroepen) roepen we dringend op om deze heilloze weg te verlaten. Dit in aansluiting op diverse andere reeds geleverde en meer omvattende commentaren en kritieken.