Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Het wetsvoorstel voor toezicht op informeel onderwijs roept ernstige bezwaren op vanwege de impact op grondrechten, de disproportionele focus en de juridische basis. De huidige wetgeving biedt al voldoende mogelijkheden om misstanden in informeel onderwijs aan te pakken. Politie en burgemeesters kunnen ingrijpen bij strafbare feiten zoals antidemocratische of anti-integratieve activiteiten. Strafrechtelijke vervolging is al mogelijk zonder extra toezicht.

Daarnaast worden fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting en godsdienst beperkt. Deze rechten zijn vastgelegd in zowel de Grondwet als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het voorstel is lastig te verenigen met deze grondrechten. Bovendien lijkt het toezicht zich onevenredig te richten op islamitisch informeel onderwijs, wat de proportionaliteit van het wetsvoorstel ondermijnt en bijdraagt aan stigmatisering van specifieke groepen.

Artikel 23 van de Grondwet biedt geen basis voor toezicht op informeel onderwijs. Dit artikel is gericht op leerplichtig onderwijs binnen het publieke bestel, waar informeel onderwijs niet onder valt. Het toezicht van de inspectie op informeel onderwijs gaat hiermee de reikwijdte van dit grondwetsartikel te buiten. Het wetsvoorstel druist ook in tegen de scheiding van kerk en staat, omdat het de staat de mogelijkheid geeft om zich te mengen in de interne organisatie van religieuze instellingen en de inhoud van hun onderwijs.

Een ander punt van zorg is de manier waarop het wetsvoorstel Europese wetgeving boven nationale grondrechten plaatst, om toetsing door de rechter te omzeilen. Dit staat haaks op de eerder uitgesproken ambitie om de constitutionele toetsing te versterken. Ook de voorgestelde binnentreedbevoegdheid van de inspectie in religieuze gebouwen gaat in tegen de bescherming die artikel 12 van de Grondwet biedt. Kerken mogen slechts worden betreden bij ontdekking op heterdaad.

In een democratische rechtsstaat zouden grondrechten ruim moeten worden beschermd. Dit wetsvoorstel beperkt deze rechten onnodig en biedt geen proportionele rechtvaardiging. Het bestaande juridische kader biedt al voldoende mogelijkheden om misstanden aan te pakken. Daarom moet dit voorstel worden ingetrokken.