Wet toezicht informeel onderwijs
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Eindhoven
|
Datum
|
21 november 2024
|
Vraag1
Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
1. Huidige wetgeving biedt al mogelijkheden voor politie en burgemeester om op te treden tegen informele onderwijsinstellingen, inclusief strafrechtelijke vervolging bij (aangetoonde) antidemocratische, anti-integratieve of antirechtsstatelijke activiteiten.
2. Docenten van informele onderwijsinstellingen hebben recht op vrijheid van meningsuiting.
3. Hoewel het wetsvoorstel algemeen oogt, richt het zich in de praktijk op islamitisch informeel onderwijs, wat gezien bewezen signalen niet proportioneel is.
4. Het beperken van informeel onderwijs, zoals voorgesteld, botst met nationale en internationale grondrechten, zoals vrijheid van onderwijs, vereniging en godsdienst.
5. Informeel onderwijs valt niet onder de huidige onderwijswetgeving, waardoor de Onderwijsinspectie geen toezicht kan houden. De minister wil dit onder artikel 23 Grondwet brengen, maar dit artikel is alleen toepasbaar op leerplichtig onderwijs binnen het publieke bestel, wat hier niet het geval is.
6. Het wetsvoorstel schendt de scheiding van kerk en staat, die verbiedt dat de overheid zich bemoeit met de interne organisatie van religieuze gemeenschappen of inhoud van geloofsonderwijs.
7. Artikel 6 Grondwet (vrijheid van godsdienst) wordt niet genoemd; in plaats daarvan verwijst men naar artikel 9 EVRM (vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst), omdat rechters Europese wetten wel mogen toetsen, maar geen Grondwet (zie artikel 120 Grondwet).
8. Het versterken van constitutionele toetsing door het vorige kabinet sluit niet aan bij willekeurig gebruik van rechtsbronnen. Bovendien bieden de Grondwet en het EVRM soms verschillende bescherming. Zo kent artikel 8 Grondwet (verenigingsvrijheid) maar één beperking: de openbare orde.
9. De voorgestelde bevoegdheid voor de inspectie om kerken te betreden (art. 5:20 jo. 5:34 Awb) is in strijd met artikel 12 Grondwet en de Algemene wet op het binnentreden, die kerken beschermt tegen binnentreding, behalve bij ontdekking op heterdaad.
10. Grondrechten moeten ruim worden geïnterpreteerd in een democratische rechtsstaat. Overheidstoezicht op informeel (religieus) onderwijs beperkt dit op onaanvaardbare wijze.