Wijziging Besluit BRP ivm verkorten inschrijftermijn vreemdelingen e.a.

Reactie

Naam G.J.J.J. Heetman
Plaats Leidschendam
Datum 1 februari 2017

Vraag1

Wilt u reageren op deze regeling? Dan kunt u hier uw reactie geven.
De Tweede Kamer en het kabinet en dus ook de initiatiefnemers van de motie hebben het voortdurend over de joods-christelijke traditie van ons land en dat we die als uitgangspunt moeten blijven houden voor onze normen en waarden. Bovendien zijn er ook continu uitspraken van zowel de Tweede Kamer als het kabinet over de zorg die wij moeten besteden aan mensen die dat nodig hebben. Steeds meer wordt er op gehamerd dat zorg niet meer alleen plaats kan vinden binnen het zorgstelsel, dat ouderen langer in hun eigen omgeving moeten blijven wonen en dat er dus meer mantelzorg plaats moet vinden.
De kerken spelen een belangrijke rol in de zorg voor de behoeftigen in hun gemeenschap en hebben ook altijd vrijwilligers beschikbaar via de diaconie of de caritas. Het is dan wel van belang dat de mensen die zorg behoeven in beeld blijven van de gemeenschap. Je kunt alleen afgaan op de stelling dat de familie maar moet zorgen dat de kerk geïnformeerd wordt. Met name doordat kinderen niet meer in de onmiddellijke omgeving wonen, is ook hun kennis van de sociale contacten van hun ouders niet meer optimaal. De ouders zijn ofwel niet meer goed in staat aan te geven aan wie een verhuisbericht moet worden gestuurd of de stress van de verhuizing verhindert hen dat te melden. In de huidige tijd is de kerk niet meer zo in beeld bij de kinderen als vroeger. Is het daarom een schande en verwerpelijk om, zeker in het digitale tijdperk waarin wij zijn beland, met een eenvoudige druk op een knop een bericht ook door te sturen aan de kerkgemeenschap waartoe iemand behoort?

Ik adviseer daarom aan het kabinet de motie om bovengenoemde redenen niet uit te voeren. Het is zelfs niet ondenkbaar dat de nieuwe Tweede Kamer eerder is samengesteld dan dat de wijziging kan worden ondertekend en van kracht wordt. De samenstelling van de Tweede Kamer zou dus wel eens anders kunnen zijn dan die ten tijde van de stemming over de motie.