Verhoging van de norm voor intern toezicht voor zorgaanbieders

Reactie

Vraag1

Ik ben geen voorstander van de voorgenomen wijziging.

Allereerst, omdat intern toezicht voor alle zorgaanbieders (zowel klein - als grootschalig) waardevol is. Deze meerwaarde zit hem in het gegeven dat de interne toezichthouder (die bestaat uit minstens drie gekwalificeerde professionals) primair hetzelfde nastreeft als de RvB / directie: continuïteit van de organisatie, goede kwaliteit van zorg en een gezonde financiële huishouding. De toezichtfunctie zorgt ervoor dat de interne toezichthouder geïnformeerd wordt over en blijft over de gang van zaken en de adviesfunctie zorgt ervoor dat de interne toezichthouder op basis van de ontvangen informatie de organisatie adviseert en helpt. Dat kan ook ad hoc indien nodig. Een dergelijke rol kan niet vervangen worden door een externe toezichthouder, externe audit of een externe adviseur. Bovendien kunnen juist de kleinschalige zorgaanbieders meer profiteren van de kennis en kunde van de interne toezichthouder, vanwege het gebrek aan in-house professionals en het gebrek aan middelen om extern advies in te winnen.

Daarnaast heb ik sterke twijfels bij het veelgebruikte argument ‘de administratieve lasten zijn buitenproportioneel’ bij het verzorgen van intern toezicht. In de eerste plaats is het niet duidelijk wat er precies met ‘administratieve lasten’ wordt bedoeld. Verder hoeft het inrichten van het intern toezicht geen halsszaak te zijn (ook niet bij een kleine zorgaanbieder). Een kleine investering in een goede inrichting / implementatie (bijvoorbeeld door het aanstellen van een RvT/RvC-lid met toezichthoudende ervaring) of het inwinnen van eenmalig advies en het proces voor de komende jaren staat. De verplichtingen van een interne toezichthouder op basis van de toepasselijke wet-en regelgeving, en eigen statuten / reglementen bij van een kleine zorgaanbieder zijn ook behapbaar, nu deze grofweg ingedeeld kunnen worden in: jaarlijkse verplichtingen (komen elk jaar terug, zoals o.a. de jaarvergadering en zelfevaluaties), eenmalige verplichtingen (vaststellen reglement, waar goede modellen voor zijn), periodieke informatievoorziening (per kwartaal een kwartaalrapportage ontvangen van de RvB) en ad hoc inschakeling / advies door RvB.

Tot slot wil ik graag nog benadrukken dat de interne toezichthouder er voor is om de zorgorganisatie (en haar directie/RvB) vooruit te helpen en toegevoegde waarde te leveren én dus niet om de organisatie tegen te werken / te frustreren.