Wet internationalisering in balans

Reactie

Vraag1

Wetsvoorstel gaat over reguleren van instroom en taal: beide zijn nodig.
Gekozen aanpak inzake instroom: instrument Numerus Fixus is OK, maar toestaan Numerus Fixus op niveau van 'Trajecten' niet, vanwege vaagheid van begrip traject en geringe stuurbaarheid daarop. Beter omdraaien: laat Engelstalige trajecten 'solliciteren' naar de status van 'opleiding' (in de zin van CROHO), en toets in een keer de noodzaak tot verzorging in het Engels en van een instroombeperking. Doe dit beter dan CDHO, Inspectie en NVAO.
Uitgangspunt Nederlands als onderwijstaal OK, leg 'bewijslast' inzake noodzaak verzorging in Engels bij de opleidingen. Tweederde/eenderde vrij willekeurig, maar OK.
Stel het leren van Nederlands niet verplicht, maar laat HO dit wel faciliteren voor hen die dat willen (een grote groep in de stay-rate).
Blijf van de niet-EER studenten af: zij kosten de belastingbetaler geen cent, hebben een hoge stay-rate, leveren veel op voor NL en zitten vooral op (tekort) studies waarop we niet voldoende NL studenten hebben.
Ontheffing niet automatisch voor Kleinschalig-Intensief (daar zitten ook niet-internationale opleidingen tussen), maar voor opleidingen met een BKI - Bijzonder Kenmerk Internationalisering van de NVAO.

Meer uitvoerige toelichting is te vinden in afzonderlijk ingestuurd PDF

Vraag2

Trajecten en onderlinge afstemming tussen instellingen HO wordt een ramp. Beter benadering als boven: Engelstalige programma's solliciteren naar status als opleiding, met een optie tot instroombeperking zowel op eigen verzoek als onder sturing van de Minister.
Facilitering Nederlandse taal vergt aanzienlijk minder middelen en inspanning dan verplichtstellen.