Wet internationalisering in balans
Reactie
Naam
|
Dhr. mr. A. Falaki
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
14 september 2023
|
Vraag1
Wilt u reageren op de maatregelen in het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Het Nederlands verdwijnt steeds meer uit het publieke domein. Wie goed oplet merkt op dat in winkels, op straat en op het werk onze moedertaal steeds meer plaatsmaakt voor het Engels. De snelheid waarmee onze moedertaal verdrongen wordt lijkt met het jaar toe te nemen. Dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling die niet los kan worden gezien van het feit dat steeds meer inwoners van Nederland geen Nederlands spreken. Ik vind het dan ook stuitend om consultatiereacties te lezen waarvan de algemene strekking is dat onze taal nu eenmaal niet van belang is en verplicht taalonderricht de komst van buitenlandse studenten afschrikt. Dit zijn doorgaans reacties van universiteiten en haar werknemers die vastzitten in een internationale, Engelstalige bubbel. Nederland dient achter haar taal te staan net als ieder ander land. Dat het Nederlands geen wereldtaal is, doet hier niets aan af. Wij mogen net zo veel taalinspanning verwachten van nieuwkomers als andere landen. Talen zijn immers inherent gelijkwaardig aan elkaar.
Dit wetsvoorstel is een eerste goede stap om op deze manier de positie van het Nederlands te versterken in het hoger onderwijs en de samenleving. Taal en taalontwikkeling zijn onlosmakelijk verbonden met ons onderwijs. Het door belastinggeld gesubsidieerde Nederlands onderwijs dient primair Nederland en Nederlanders op te leiden. Het dient primair niet, zoals sommige reacties hier doen geloven, om buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken. Wat dat punt betreft zou het verplicht leren van Nederlands juist de binding van buitenlanders met Nederland sterk kunnen verbeteren. Dat zou de kans moeten vergroten dat ook buitenlandse studenten hier blijven na de studie en niet na een studie, die vaak voor het overgrote deel betaald wordt door de Nederlandse belastingbetaler, verdwijnen.
Tot slot dank ik de Minister en haar ambtenaren voor het broodnodige wetsvoorstel en doe ik een dringend beroep op de nieuwe Tweede Kamer om dit wetsvoorstel zo snel mogelijk aan te nemen. Dit onderwerp is te belangrijk om nog langer in de ijskast te zetten, zoals dat gebeurde met de wet Taal & Toegankelijkheid van voorganger Van Engelshoven.
Vraag2
Hoe beoordeelt u de uitvoerbaarheid voor de onderwijspraktijk en heeft u nog suggesties om de uitvoerbaarheid te bevorderen?
Ik maak mij, net als Beter Onderwijs Nederland, met name zorgen om de zogenaamde uitzonderingsgrond (doelmatigheidscriterium) en het beperkt dwingende karakter van deze wet. Onderwijsinstellingen zullen er gezien de reacties alles aan doen om hun opleiding in het Engels te behouden en derhalve een beroep doen op de uitzondering. Hoe zal de Minister toezien dat deze uitzondering niet misbruikt zal worden? Veel beter zou zijn om geheel geen uitzonderingsgrond toe te staan op de 2/3e eis. BON stelt voor dat instellingen die meer Engelstalige opleidingen willen aanbieden dan de wet toestaat zouden kunnen afzien van overheidssubsidie. Ik onderschrijf deze stelling.