Wet internationalisering in balans
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
8 augustus 2023
|
Vraag1
Wilt u reageren op de maatregelen in het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Graag reageer ik op één onderdeel van het wetsvoorstel, namelijk de beoogde verplichting om 56 uur (2 EC) Nederlands taalonderwijs aan te bieden aan masterstudenten in anderstalige masteropleidingen. Ik begrijp uit het voorstel en de memorie dat de instellingen/opleidingen dat zowel curriculair als extracurriculair mogen doen. Ook bij een extracurriculaire inrichting moet de examencommissie het aftekenen, alvorens een diploma te mogen afgeven. Mijn vraag gaat over de extracurriculaire (maar wel verplichte) inrichting: Hoe kunnen wij meer verplichte EC/tijdinvestering van studenten vragen dan het curriculum beslaat? Dat lijkt me niet in lijn met de huidige wet/praktijk. Hoe verhoudt zich dat met studeerbaarheid? Hoe kan de examencommissie daarover gaan (gaat nou juist altijd over het curriculaire deel)?
Vraag2
Hoe beoordeelt u de uitvoerbaarheid voor de onderwijspraktijk en heeft u nog suggesties om de uitvoerbaarheid te bevorderen?
Zie mijn vragen bij Vraag 1/2: ook dit gaat over de inrichting van de 56 uur verplicht Nederlands taalonderwijs in anderstalige masteropleidingen. Ik denk dat dit voor sommige studenten niet haalbaar is; de masteropleidingen zijn nu al vrij veeleisend. Ik vrees studievertraging. Het alternatief 'aanbieden binnen curriculum' is zeker voor de eenjarige masteropleidingen lastig. Daarnaast zie ik niet voor me hoe examencommissies hier een zinvolle rol in kunnen hebben. De tijd van de examencommissies is schaars en hun expertise ook, het lijkt me niet zinvol om hen te belasten met een administratieve exercitie waar zij verder inhoudelijk weinig mee te maken hebben.
Ik ben niet tegen het aanbieden van Nederlands taalonderwijs aan studenten in anderstalige masteropleidingen. Toch lijkt me een verplichting voor niet-Nederlandstaligen een stap te ver; ik zou de instellingen verplichten om het gratis aan te bieden, maar niet aan studenten om het te moeten volgen. Degenen die in Nederland willen blijven zullen dat aanbod ongetwijfeld aannemen, wellicht ook juist in de zomer nadat ze hun scriptie hebben ingeleverd (dus volgen mogelijk maken ook in het jaar na afstuderen). Voor Nederlandstaligen kan ik me onder omstandigheden een verplichting voorstellen; dat zou dan kunnen worden gedaan via een vervangende schrijfopdracht die nu in het Engels is en straks dan in het Nederlands (dit laatste zou in uw wetsvoorstel mogelijk zijn). De knelpunten in de uitvoer zitten vooral bij de niet-Nederlandstalige studenten.