Intrekkingswet Zondagswet
Reactie
Naam
|
Rendin (ir. M.A. de Jong)
|
Plaats
|
's-Gravendeel
|
Datum
|
25 april 2016
|
Vraag1
Wilt u reageren op het voorstel om de Zondagswet in te trekken? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een tekst te typen of door een document te uploaden.
Het is een taak van de overheid om het goede voor de burgers te zoeken. Dat betekent onder andere dat de overheid grenzen moet stellen als het gaat om eigen en andersmans veiligheid. Dat betekent in het economisch verkeer, dat de overheid moet zorgen voor een gelijk speelveld voor alle partijen.
Vanuit die opdracht en verantwoordelijkheid moet de overheid er alles aan doen om de zondag als rustdag in stand te houden of - gezien alle ontwikkelingen die er al geweest zijn - in ere te herstellen.
Zondag moet weer een rustdag worden, zodat we ook met elkaar afstand kunnen nemen van de hectiek van het dagelijks leven en ons kunnen bezinnen op de zin van het leven. Als de zondag een dag wordt als alle anderen, jagen we elkaar op en komen we niet werkelijk tot rust. Met meer activiteiten op zondag wordt meer welvaart beoogd (hetgeen zeer te bestrijden valt, aangezien er niet meer geld verdiend wordt als we het op een andere dag van de week uitgeven), maar neemt het welzijn af. Welvaart is immers maar een onderdeel van het welzijn.
Het beroep op vrijheid op dit punt is een oneigenlijk argument. Als de overheid meer activiteiten op zondag toestaat, gaan we steeds meer naar een 7x24 uurs economie, waarin ook toeleveringsbedrijven moeten participeren. Het houden van de zondag wordt misschien nog even gedoogd, maar de geschiedenis leert, dat gedogen op dergelijke onderwerpen maar kort duurt. De maatschappelijke of politieke druk maakt vervolgens een einde aan het gedogen.
Laten we persoonlijk en als land terugkeren naar de eerste grondwet, namelijk de 10 geboden die God gegeven heeft. Hij heeft die geboden niet gegeven als een set van knellende regels, maar Hij heeft ze gegeven omdat het goed is voor ons. Voor ons als mensen persoonlijk en als maatschappij als geheel.