Intrekkingswet Zondagswet

Reactie

Vraag1

Geachte minister Plasterk,

De intrekking van de zondagswet lijkt voor een meerderheid in de Tweede Kamer een peuleschil. Onder aanvoering van de partij D66 is er een veldtocht gaande om in verregaande mate af te rekenen met een traditie die voortkomt uit een christelijk verleden.
Door de intrekking van de Zondagswet moet een ieder ruimte krijgen om de zondag in te richten. Dat is onmogelijk. Een samenleving heeft wetten en regels nodig. Het is niet zo dat mensen automatisch rekening houden met elkaar of ruimte geven aan elkaar.
De overheid heeft daar een taak in. Waar dat niet gebeurt, wint het recht van de sterkste. Dat lijkt democratisch, terwijl het alleen om vergroting van eigen ruimte gaat, ten koste van een ander.

In Leiden wordt jaarlijks een marathon gelopen. Deze start in de ochtend, waardoor de eredienst van onze gemeente verplaatst moet worden. Dat is nu al een feit. Geen haan die ernaar kraait.
Een voorganger van een Leidse kerk die tegen de sportvelden aanligt stelde een paar jaar terug al de vraag wat de gevolgen zullen zijn voor de mogelijke intrekking van de zondagswet. Nu moet de geluidsinstallatie van de sportvelden nog beperkt worden. Straks niet meer.

Het zou te wensen zijn dat de overheid ruimte blijft bieden voor een ieder in de samenleving. Ook de ruimte om in rust samen te kunnen komen.

Ik hoop dat u - ondanks de tegenkrachten in deze democratie - deze wet die symbool staat voor het geven van deze ruimte alsnog krachtig wil verdedigen.

U zij wijsheid toegebeden in uw taak en in het bijzonder de zegen van God, de Schepper van hemel en aarde.

Met de meeste hoogachting,
A. Tebrugge