Intrekkingswet Zondagswet

Reactie

Vraag1

Hooggeachte minister,
Mag ik u verzoeken aan intrekken van de Zondagswet geen uitvoering te geven?
Daarvoor geef ik u in overweging dat
- daarmee het onderhouden van de Zondagsrust verder ondergraven wordt, terwijl die ons in de Bijbel als opdracht wordt voorgehouden en dienstig is aan individu èn maatschappij;
- het voornaamste doel van de overheid is het goede voor de burgers en maatschappij te zoeken en te bevorderen, en het welbevinden op persoonlijk en maatschappelijk vlak met intrekken van de Zondagswet niet gediend wordt maar juist ondergraven door de (veelal economisch gemotiveerde) druk die uitgaat van bv. winkelopenstelling;
- niet alles in (economische) cijfers uit te drukken valt, collectieve rust en (daarmee meer gelegenheid voor) sociale cohesie de levenskwaliteit meer bevorderen dan een vrij willekeurig kengetal;
- de economische voordelen van intrekken en vooral daarmee verruiming van de mogelijkheid tot winkelopenstelling discutabel zijn: de consument kan zijn Euro's slechts éénmaal uitgeven, wanneer een onderneming (met name een winkel) in een werkweek van zes dagen het niet kan verdienen lukt dat in zeven echt ook niet, terwijl de voordelen van Zondagopenstelling overduidelijk vooral bij de grote winkels ligt en we als maatschappij (en daarmee ook als regering) juist zuinig moeten zijn op de kleine winkelier;
- het mede een taak van de overheid is om voor de burgers de kwaliteit van de gemeenschap, gemeenschapszin en leefomgeving te bewaren en te bevorderen, wat met de Zondagsrust in het bijzonder geoogd wordt, terwijl met intrekken van de Zondagswet juist het tegendeel bewerkt wordt.
De teneur moge duidelijk zijn: trek de Zondagswet niet in die al vele decennia in het voordeel van maatschappij en burger gewerkt heeft. In tegendeel: verscherp deze door met name economisch verkeer op Zondag te ontmoedigen. U en wij zullen er wel bij varen!

Met vriendelijke groeten,
C. Verboom