Intrekkingswet Zondagswet

Reactie

Vraag1

Wat we lezen in de consultatieversie van de wetswijziging roept bij ons vragen, maar ook verontwaardiging op. Het is naar onze overtuiging niet rechtvaardig wat in de wijziging wordt voorgesteld. Burgers worden daarin ongelijk behandeld.

Om welke reden heeft de sportbeoefening en andere vormen van ontspanning op zondag bescherming nodig? Wat is de reden dat de bescherming van "de viering van en ter verzekering van de openbare rust op de Zondag en enige Christelijke feestdagen" niet meer wordt verleend en/of nodig zou zijn?

En daarbij wordt niet alleen bepaald dat de Zondagswet komt te vervallen, maar ook dat Gemeenten die wel bescherming willen bieden om de Zondag als rustdag te vieren (omdat bijvoorbeeld de meerderheid van hun inwoners daarom vragen) geen beperkingen mogen stellen aan sport- of ontspannende activiteiten. Is de kwetsbaarheid van de burgers die doen aan sportbeoefening en/of andere vormen van ontspanning dan zo groot dat zij wel verdienen door de wet beschermd te moeten worden? Hoe staat dat in verhouding tot de kwetsbaarheid van burgers die de Zondag in rust naar Gods gebod willen vieren?

Het behouden van de Zondagswet is in overeenstemming met Gods gebod heilzaam voor alle mensen. Immers zou de Schepper niet weten wat Zijn Schepping, waaronder wij mensen, behoeft? Zouden wij Hem naar Zijn gebod, zoals we dat ook de overheid naar de wet dienen te zijn, niet moeten gehoorzamen?

Zou toch bij meerderheid besloten worden dat de Zondagswet moet komen te vervallen, waarom worden Gemeenten dan niet vrij gelaten in het bepalen van welke beperkingen zij burgers oplegt of wat zij plaatselijk bescherming wil bieden?

Wij vragen u dringend om de Zondagswet te handhaven ter bescherming openbare rust voor de Zondagsviering. Mocht u tot een ander besluit komen dan vragen wij u de Gemeenten niet te verbieden om zelf te bepalen wat voor de openbare orde plaatselijk nodig is ook op de Zondag.

Hoogachtend,
H.J. Koetsier