Wet versterking rechtsbescherming in de jeugdbescherming

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 13 februari 2025

Vraag1

1. Wat vindt u van dit wetsvoorstel?

2. In hoeverre draagt het wetsvoorstel bij aan verbetering van de rechtsbescherming op de volgende gebieden:
o Het voorkomen van een machtiging tot uithuisplaatsing;
o Het bevorderen van terugplaatsing na uithuisplaatsing;
o Toezicht en rechtsbescherming bij kinderen die niet thuis opgroeien;
o Het versterken van de procedurele rechtvaardigheid.
Wij hebben enkele zorgen over hoe bepaalde voorgestelde maatregelen zich verhouden tot de praktijk van residentiële jeugdzorg, zoals wij die bieden. Het wetsvoorstel legt sterk de nadruk op thuisplaatsing als doel van een uithuisplaatsing. Hoewel het streven naar terugkeer naar huis in veel gevallen wenselijk is, ervaren wij in de praktijk dat een stabiele, langdurige verblijfsplek voor sommige jongeren noodzakelijk is voor hun welzijn en ontwikkeling. Een continue evaluatie met als uitgangspunt terugkeer naar huis, naast noodzakelijke zorgvuldigheid, kan ook leiden tot langdurige onzekerheid voor jongeren die gebaat zijn bij stabiliteit. Wij vragen ons af hoe deze balans in de uitvoeringspraktijk gewaarborgd blijft. Daarnaast wordt in het wetsvoorstel benadrukt dat broers en zussen zoveel mogelijk samen geplaatst moeten worden bij een uithuisplaatsing. Hoewel wij de intentie hiervan begrijpen en onderschrijven dat familiebanden belangrijk zijn, zien wij in de praktijk dat gezamenlijke plaatsing vaak complex is. Dit heeft onder andere te maken met beperkte beschikbare plekken, de dynamiek binnen een groep en de mogelijke uiteenlopende ondersteuningsbehoeften van broers en zussen. Bovendien leidt deze verplichting mogelijk tot langere wachtlijsten. De toch al beperkte capaciteit binnen de residentiële jeugdzorg komt hierdoor verder onder druk te staan.