Wet versterking rechtsbescherming in de jeugdbescherming
Reactie
| Naam | Anoniem |
|---|---|
| Plaats | Wateringen |
| Datum | 12 maart 2025 |
Vraag1
1. Wat vindt u van dit wetsvoorstel?2. In hoeverre draagt het wetsvoorstel bij aan verbetering van de rechtsbescherming op de volgende gebieden:
o Het voorkomen van een machtiging tot uithuisplaatsing;
o Het bevorderen van terugplaatsing na uithuisplaatsing;
o Toezicht en rechtsbescherming bij kinderen die niet thuis opgroeien;
o Het versterken van de procedurele rechtvaardigheid.
Maak het familierecht gelijk aan strafrecht. Laat rechtspreken op basis van bewijslast, getuigenhoor, roep deskundigen in. Waarheidsvinding moet in het familierecht een eis worden.
Maak schending artikel 21 Rv en 3.3 Jw strafbaar. De rechter moet toetsen of verzoekschriften, adviezen, rapporten hieraan voldoen. Bij schending kan de jeugdbeschermer of medewerker van bijv. de Raad van de kinderbescherming persoonlijk vervolgd worden.
Splits taken die nu alle bij de GI liggen: verzoeker, uitvoerder van maatregel en primair adviseur. Hiermee is er sprake van belangenverstrengeling.
Eis dat rechters onafhankelijk zijn. Nevenfuncties elders in de “keten” moeten verboden worden. Wraking moet mogelijk zijn.
Vervang het huidige SKJ-tuchtrecht, waarbij na afloop van een klacht wordt gezegd “we hebben ervan geleerd, en nu door” door strenger tuchtrecht, vergelijkbaar met dat van BIG-geregistreerden. Een onterechte UHP is zeker net zo erg als een foute handeling in de zorg.
Laat de inspectie strenger optreden tegen gi-instellingen.
Advocaten van de familie moeten dezelfde rechten hebben als de GI. Dit betekent op dezelfde wijze indienen van documenten, te laat is te laat ook voor de GI, geen achterdeurtjes politiek bij rechtszaken (ten voordele van de GI)
Een (S)UHP moet pas na een rechtszitting kunnen, niet op basis van een papieren verzoek.