Wet versterking rechtsbescherming in de jeugdbescherming

Reactie

Naam BJZ (Cliëntenraad Bureau Jeugdzorg Limburg)
Plaats Roermond
Datum 25 februari 2025

Vraag1

1. Wat vindt u van dit wetsvoorstel?

2. In hoeverre draagt het wetsvoorstel bij aan verbetering van de rechtsbescherming op de volgende gebieden:
o Het voorkomen van een machtiging tot uithuisplaatsing;
o Het bevorderen van terugplaatsing na uithuisplaatsing;
o Toezicht en rechtsbescherming bij kinderen die niet thuis opgroeien;
o Het versterken van de procedurele rechtvaardigheid.
Meer inspraak aan ouders/verzorgers en de jeugdige. Als cliëntenraad van BJZ juichen wij dit toe. Maar er zitten haken en ogen aan deze wet, die juist niet ten gunste zijn van de jeugdige.
Een door de GI genomen perspectiefbesluit wordt voortaan getoetst door de kinderrechter. Wat wordt hier praktisch mee bedoeld? Waarom een perspectiefbesluit nogmaals door de ambtelijke en rechterlijke molen halen? Een extra controleslag van de Raad van kinderbescherming en rechtbank die toch meer op afstand staan? De GI neemt zo’n besluit pas na zelf gedegen onderzoek en betrokkenheid van iedereen om en met het kind. Is dit geen motie van wantrouwen naar de GI? Levert dit niet nog meer verstopping op in de toch al overbelaste keten met vertraging en schadelijke gevolgen voor de betreffende jeugdige?

Om het kind van 12 jaar een eigen rechtsingang te geven, lijkt een sympathiek voorstel. Echter, een kind van 12 is nog zeer beïnvloedbaar. Het gevaar ligt op de loer dat strijdende ouders aan het kind gaan trekken en bewerken om hun gelijk te halen via zijn rechtsingang. Een kind wordt het meeste beïnvloed, door het milieu waarin het zich bevindt. Verblijft het kind de meeste tijd bij één van de ouders, dan zal dat van invloed zijn op de beeldvorming en denkwijze van het kind. Een kind heeft het al zwaar genoeg, die moet je ontlasten in zo’n proces. Ons inziens dus geen goed idee.

Wij snappen het uitgangspunt thuisplaatsing indien mogelijk. De nieuwe wet lijkt hier echter in door te slaan. Bijvoorbeeld: OTS alleen als andere -minder ingrijpende mogelijkheden- niet werken of zullen werken. Stel, je hebt een kind met een problematiek of thuissituatie waarvan duidelijk is dat OTS of uithuisplaatsing de beste oplossing is. Dan zou je volgens dit wetsvoorstel geen mogelijkheid hebben om daarnaartoe over te gaan, zonder eerst bijvoorbeeld alle vormen van ambulante zorg te hebben doorlopen. Dat is niet in het belang van het kind. Die wordt dan gedwongen in een wellicht toxische situatie te blijven en eerst hulpverlening te gaan proberen, waarvan dan al duidelijk is dat dat voor dat kind niet zal helpen, maar alleen zal bijdragen tot extra mislukkingservaringen met daarbij behorende psychische schade. Soms kan meteen helder zijn dat een OTS of uithuisplaatsing de beste optie is. Er zijn in de wet al genoeg waarborgen om dat te toetsen en te monitoren. Heb vertrouwen in hetgeen zorgprofessionals binnen een GI in samenspraak met ouders/verzorgers aangeven.