Wet op de jeugdverblijven

Reactie

Vraag1

Ik vind dat deze wetsvoorstel een inbreuk is op de privacy van deze jongeren. Een internaat is een huis van deze jongeren. Indien het binnenvallen van een huis een inbreuk op de privacy is, dan zorgt deze wet ervoor dat de privacy van deze jongeren wordt geschonden. Als iemand verdacht is vraagt de politie een huiszoekingsbevel aan om het huis te mogen doorzoeken. Hoe kan het zo ver komen dat deze instellingen de dupe worden van een artikel die totaal gebaseerd is op geruchten? Heeft de overheid een onderzoek hiernaar gedaan? Waarom wordt het artikel beschouwd als een dogma? Als Nederlanders hebben we altijd een kritische houding. Waarom wordt dit nu achterwege gelaten?

Deze instellingen proberen een bijdrage te leveren aan de Nederlandse samenleving. Dit kunnen we afleiden van de doelstellingen die ze hebben. Misschien is het voor u ook handig om dit even door te nemen.

Doelstelling
- bevorderen van maatschappelijke (en politieke) participatie;
- voorlichting, advies, hulpverlening en (door)verwijzing;
- onderhouden en uitbreiden van de sociale kaart;
- versterken van de sociale samenhang in de buurt, met name door het bevorderen van onderling begrip en het vergroten van inzicht elkaars normen, waarden en gebruiken;
- versterking van het gevoel van eigenwaarde;
- behandelen van maatschappelijke vraagstukken;
- ondersteuning bij het ontwikkelen van een evenwichtige identiteit;
- ondersteuning bij het behalen van een startkwalificatie;
- ondersteuning bij het ontdekken, ontwikkelen en benutten van persoonlijke talenten;
- inzicht geven in arbeidsmarktperspectieven

Er wordt gesuggereerd dat deze instellingen zorgen voor een parallelle samenleving. Waarop is dit gebaseerd? Deze jongeren volgen allen regulier onderwijs en nemen deel aan de activiteiten die de instellingen voor de buurt organiseren.

Ik vind dat deze wetsvoorstel totaal nergens op is gebaseerd, in ieder geval niet op feiten. Mijn verzoek is dat er gevraagd moet worden naar de bevindingen van ouders en jongeren. Alleen aan de hand hiervan weet de overheid de feiten en de bijdrage van deze instellingen.