Wet op de jeugdverblijven
Reactie
Naam
|
Mr O.K.F. Gökçe
|
Plaats
|
Dordrecht
|
Datum
|
18 februari 2014
|
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen van dit voorstel.
Geachte heren/dames,
Ik ben zeer verontwaardigd over dit wetsvoorstel. Naar mijn kennis willen Minister Asscher en anderen wetten invoeren die in strijd zijn met de Grondwet. Jazeker ik verwijs naar art. 8 en art. 10 lid 1. Artikel 8 veronderstelt dat er iets bestaat als ''het recht van vereniging''. Dit betekent dat iedereen het recht heeft om bij een vereniging te horen. Verder staat er in dit fundamentele artikel dat dit recht kan worden beperkt in het belang van de openbare orde. Ik vraag u en ik beroep hier op al uw rechtvaardigheid in uw hart: Wordt de openbare orde verstoord? Ik geef het antwoord: Nee! Middelbare scholieren worden geholpen met hun huiswerk in deze studiecentra, That's it! Toevallig gaat het om moslims en natuurlijk is iedereen bang voor hen. Dit is in strijd met het discriminatiebeginsel, weet u nog artikel 1 Grondwet? Maar ik ben nog niet klaar! Artikel 10 lid 1 van de Grondwet zegt dat iedereen het recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer heeft. Dus dat betekent dat iedereen kort gezegd privacy heeft, maar u wilt dat schenden, u wilt zonder afspraak deze studiecentra inspecteren. Dat terwijl er voor het opsporen van criminelen een bevel van huiszoeking van de Officier van Justitie nodig is om een pand te betreden. Als verdachten van een misdrijven zelfs van zulke rechten geniet waarom de kinderen en het personeel van de studiecentra dan niet?
Dit zijn mijn argumenten op nationaal niveau. Dan hebben we ook natuurlijk op internationaal en Europees niveau verscheidene rechten. Ik noem er een paar: art. 21, art. 26 Internationaal verdrag burgerrechten en politieke rechten, art. 7, art. 12 Handvest grondrechten van de EU en ook nog art. 8 en art. 11 van het EVRM. Ik wil mijn betoog beëindigen met de volgende stelling: Deze wet is in strijd met de democratie, de Grondwet, de grondrechten van de EU en het EVRM.