Wet van school naar duurzaam werk

Reactie

Vraag1

RMC-regio Arnhem juicht toe dat er gewerkt wordt aan een meer integrale aanpak voor jongeren van 12 tot 27 jaar op het gebied van school en werk waarbij aandacht is voor de kwetsbaarheid van transitiemomenten en het versterken van de samenwerking tussen school, gemeente en RMC.
Voor de taken van RMC vinden we dat:
a. Het goed is dat de doelgroep uitbreidt naar 27 jaar en dat er tegelijkertijd aandacht is voor de verbetering van de samenwerking van RMC en werk en inkomen. We gaan elkaar sneller en beter vinden in het belang van de jongere.
b. Het goed is dat de doelgroep verbreedt naar álle jongeren (ook pro/vso) en er dus geen onderscheid meer bestaat in de taak van RMC voor jongeren zonder startkwalificatie. Als vangnet voor deze jongeren is ook hier samenwerking met relevante partners belangrijk. Een belemmering is dat de gegevensuitwisseling met het zorgdomein niet is geregeld. We merken voor de taak JIKP dat we, door geen zicht te hebben op de inzet van zorg, bij veel jongeren denken dat zij geen dagbesteding hebben. Maar dit weten we niet. We willen dit wel weten om in te schatten of er een vangnet vanuit RMC nodig is of dat de jongere elders al goed in beeld is. Het is niet wenselijk voor een jongere om dan weer een nieuw gezicht te zien, terwijl dit niet nodig is.
c. Het goed is dat er vanaf het nieuwe regionaal vsv programma vsv en jeugdwerkloosheid samen optrekken. We zijn in onze regio al bezig met een onderzoek over hoe we dit beter aan elkaar kunnen verbinden.
Het is lastig om in te schatten of de financiële bijdrage zoals opgenomen in de wet voldoende zal zijn om al deze taken goed uit te voeren. Hier zien wij graag een doorrekening van.

In de beschreven wijzigingen voor het mbo en de gemeente (participatiewet) kunnen wij ons goed vinden. Een goede vertrouwensband is voor jongeren belangrijk om een stap verder te zetten. Mooi dat mbo-scholen de ruimte krijgen om deze ondersteuning te bieden tijdens én na schooltijd en mooi dat de gemeente (participatiewet) meer ruimte krijgt om (preventief) aan te sluiten op mbo scholen om jongeren eerder in beeld te krijgen en te ondersteunen. Wel vragen we ons bij laatstgenoemde partij af hoe dit in de praktijk zal werken, daar de meeste mbo-scholen een (boven)regionale functie hebben en dus met zeer veel gemeenten te maken hebben. Wij verwachten dat het RMC hierin een verbindende rol gaat spelen.

Vraag2

Wij vinden dat de nazorgtaken voor het pro en vso gelijk getrokken moeten worden met de taken zoals omschreven voor het mbo. Voor de duur van de nazorg vinden we het belangrijk dat dit, net als nu, wel twee jaar blijft. We zien juist dat de pro- en vso doelgroep zeer kwetsbaar is in de overstap die zij maken richting school of werk. Door de pro- en vso scholen een (duidelijke) wettelijke taak te geven in de begeleiding en nazorg van deze jongeren in de overstap die zij gaan maken, is er tijdens dit moment een vast gezicht waar de jongere die voor hen al vertrouwd is en op wie zij makkelijker terug kunnen vallen wanneer ze ondersteuning nodig hebben. In onze regio werken we hiervoor met de combinatiefunctionaris arbeid, een trajectbegeleider van de school die langere tijd bij de jongere betrokken blijft. Structurele financiering voor dit soort initiatieven is belangrijk en ontbreekt nu nog.
Wij vinden dus ook dat áls de nazorg voor pro en vso in taken gelijk getrokken wordt met het mbo, hier ook de passende financiering voor gegeven moet worden zodat dit ook echt goed uitgevoerd kan worden. Zonder extra financiering is dit geen realistische opgave.

Afstemming vond plaats met: RBL Midden-Gelre, ROC Rijn IJssel, Netwerkcoördinator pro/vso en betrokkenen vanuit participatie.