Wetsvoorstel kleine klassen

Reactie

Vraag1

Mijn reactie is afhankelijk van de antwoorden op de vragen die ik stel in bijgaand document.
Het bijgevoegde document is het initiatief wetsvoorstel, waarin ik verschillende opmerkingen heb geplaatst.

Samengevat kan ik stellen, dat ik voorstander ben van kleine klassen. Hierbij moet in acht genomen worden dat
- er wel budget moet zijn om vakbekwame, bevoegde leerkrachten voor die klassen te zetten;
- er ook budget moet zijn om extra begeleiding (bijvoorbeeld onderwijsondersteunend personeel) in te zetten en
- er rekening gehouden moet worden met groepen die nu (tot tevredenheid) uit 30 of meer leerlingen bestaan. Wij hebben bijvoorbeeld een groep 7 van 32 leerlingen. Zouden die echt uit elkaar geplukt moeten worden voor hun laatste schooljaar? Dat lijkt mij ZEER onwenselijk. Ik vind dus dat er, hoewel ik voorstander ben van kleine klassen (de voordelen noemen jullie zelf in het wetsvoorstel) , rekening gehouden moet worden met bestaande situaties.

Vraag2

BUDGET, BUDGET, BUDGET!
De wens voor passend onderwijs vraagt om budget voor scholing (dat is er, dat weet ik), maar ook voor ondersteuning. Dit laatste is er, bij mij op school in ieder geval, niet of nauwelijks: onze leerlingen 'wegen' te weinig.
De wens voor kleine klassen vraagt ook om uitbreiding van de formatie. Wij hebben nu een groep 7 van 32 leerlingen, dan twee relatief kleine groepen 6 (resp. 19 en 21 leerlingen) en een groep 5 van 31 leerlingen. Leuk idee om een maximum van 29 te stellen, maar hoe moeten wij dat dan organiseren? Worden we dan 'verplicht' over te stappen op combinatiegroepen, ook al is ons systeem en zijn onze materialen daarvoor niet geschikt? Wanneer we dan een combigroep hebben, en dus op 6 niveaus (want 3 per groep) moeten lesgeven EN DAARNAAST nog individuele begeleiding moeten bieden... dan vraagt dat dus om budget voor een extra paar handen in de klas.

Bijlage