Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam Mevrouw J.C. Van der Meulen
Plaats Paunat
Datum 18 september 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

Het belangrijkste punt om te beginnen is de dictatoriale handelwijze van de regering, een zeer slechte zaak. Ons land is de afgelopen deccenia veranderd in een bureaucratische dictatuur, waar wij burgers zijn uitgeschakeld wat democratische inbreng betreft en worden misbruikt om allerlei ondemocratisch genomen besluiten te betalen. Iedereen weet, dat uw klimaatplan van geen kanten deugt, gebaseerd op paniekpolitiek, voortkomend uit gehetz en gehits van allerlei fanatici. Iedereen weet, en dat wordt de regering ook alsmaar voorgehouden, die dat vervolgens negeert, dat uw dictatuur t.a.v. het gasverbod juist zorgt voor het gebruik van veel meer vervuilende andere energiewinningen. Het lijkt wel of er helemaal geen nuchterheid en gezond verstand meer in de regering zit. Dit hele idiote Klimaatplan wordt door geen enkel ander land in-en uitgevoerd, of onderschreven, dus weg ermee. Neem eindelijk eens maatregelen die echt zin hebben. Verbied industrieën, die voor onzinnige, vervuilende nonsensprodukten die nergens voor nodig zijn, de lucht vervuilen. Plant bomen, bomen, bomen, in plaats van zelfs in dat piepkleine beetje natuur wat we dan nog hebben, ( de Veluwe, duingebieden), bouwvergunningen af te geven aan projectontwikkelaars. Stop de waanzinnige instroom uit de hele wereld in ons land, stop de kinderbijslag vanaf het tweede kind, zodat er niet 75.000! huizen PER JAAR bijgebouwd moeten? worden. Leg parken en bossen aan overal waar dat kan. Propageer op Europees en internationaal niveau een gezamelijke aanpak om wereldwijd het bewustzijn te planten en te ontwikkelen, dat de tropische regenwouden enorme ecosystemen zijn (waren), waarvan de grootscheepse en grootschalige vernietiging in de afgelopen deccennia voor wereldwijde klimaatveranderingen zorgen, en niet de nederlandse burgers, die op aardgas koken en stoken. Zorg ervoor, dat in wereldwijde aanpak die regenwouden worden hersteld en gerestaureerd. Geef geen vergunningen meer af voor allerlei onzinnige luxe die enorm veel energie, drinkwater, slorpen (zwembaden, in huishoudens boilers zo klein mogelijk met een zo laag mogelijke temperatuur, geen baden meer maar alleen een douche, is luxe genoeg).
Pak eindelijk deze grootschalige zaken eens aan, i.p.v. alsmaar dit soort items te misbruiken om machteloos gemaakte burgers leeg te roven.
Herstel de democratie, wij burgers hebben juist geen enkele rol in wat voor transitie dan ook, wij eisen inspraak en invloed, wij eisen het referendum!

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
Zie boven.
En verder, het hele probleem bevat en omvat alle beleid, het is een holistische kwestie. En het moet nu beginnen, niet denken in periodes zoals in de vraagstelling. In de hele westerse wereld, en zeer zeker in Nederland, zijn de mensen ongelofelijk verwend geraakt sinds de welvaartboost van na 1968. Men wil alles en alles moet kunnen. Zoals we nu aan den lijve gaan ervaren, kan dat dus niet. We moeten terug naar meer soberheid.
Schiphol en andere vliegvelden uitbreiden? Om drie, vier keer per jaar op vakantie naar het andere eind van de wereld te kunnen? Om iedere snotneus de halve wereld te laten bereizen? Terwijl iedereen weet en zou moeten weten, dat vliegtuigen enorme vervuilers en vernietigers van de luchtlagen zijn. Niks uitbreiding dus.
Weg met het wegwerpplastic. Verbied plastic tasjes en overbodige verpakkingsmaterialen. Gebruik de televisie om het besef en het gedrag van mensen te veranderen. Iedereen heeft plastic bewaardozen voor in de koelkast, die kunnen ze meenemen naar winkels en supermarkten om b.v. vlees en vis in te doen.
Verplicht winkels om daaraan te voldoen.
Plastic afval zou gebruikt kunnen worden als isolatie in de bouw.
Stop het gebruik van insecticiden en pesticiden, NU! Misschien is er dan nog tijd om de insectenpopulatie zich te laten herstellen. Er bestaat al een eeuw lang kennis en grote ervaring met biologische landbouw, haal die mensen erbij voordat we met hongersnoden te kampen krijgen.
De farmaceutische industrieën zijn grote chemievervuilers en nog erger ook. Zoals bekend willen de mensen natuurgeneeskunde, die diverse disciplines kent en in preventieve gezondheidszorg voorziet. Stop met het saboteren hiervan om de financiele belangen van genoemde industrie te dienen.

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
Vraag 3a, zie antwoorden vragen 1 en 2.
3b. Mijn man en ik leven al 40 jaar energiebewust- en zuinig. Alle dingen bovengenoemd doen wij al. Als wij geen biologisch vlees kunnen krijgen eten we vrijwel geen vlees, en sowieso niet iedere dag. Wij weigeren overal nieuw plastic, wij hergebruiken alles, zakjes was ik af bij de afwas (geen afwasmachine met z'n agressieve poeders). We nemen zo min mogelijk verpakkingsmateriaal, zo mogelijk papier tot dat kapot is. Als wij ergens zouden wonen waar openbaar vervoer zou zijn, zou ik alleen bij noodzaak met de auto gaan. Ons meeste voedsel is biologisch. Als we al op vakantie kunnen doen we dat binnen Europa, zodat we met de auto en/of de trein kunnen reizen. We zijn al elf jaar niet op vakantie geweest, so what? In de beperking zit een uitdaging om er het beste van te maken en dat is heel wat bevredigender dan je, in letterlijke en figuurlijke zin, vol te vreten met allerlei overbodige luxe.
Wij maken altijd al gebruik van de natuurgeneeswijze, schone medicijnen zonder walgelijke diermartelarij. Zoals gezegd worden deze medicijnen, b.v. tibetaanse medicijnen, gesaboteerd door de overheid onder invloed en druk van de farmaceutische industrie. Mensen wordt aldus gezondheid onthouden, misdadig.Ik kan hier niets over

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Aangezien wij in het buitenland wonen kan ik niets zeggen over de nederlandse situatie, ik weet te weinig over bouwtechniek.
Uit milieu-overwegingen hebben wij ons huis met de leefkant op het zuiden laten zetten en een bad in het oorspronkelijke ontwerp laten vervallen.
Verder, zie boven.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
zie boven.
Verder, de aarde is en wordt al veel te veel uitgeput. Over hoe dat anders moet en kan, zie boven.
Voorts zijn er veel te veel mensen op de aarde, mondiaal moet de aanwas zoveel mogelijk geremd worden, niet koste wat het kost iedereen maar in leven houden.
Verder zijn er genoeg mensen die weg willen maar daarin zeer worden tegengewerkt door de overheid, die zich bemoeit met iets waar ze niets mee te maken heeft. Wat ondragelijk en uitzichtsloos lijden is kan en mag alleen de persoon in kwestie bepalen. Deze tegenwerking daarin is een grove schending van onze vrijheid, zelfbeschikking en integriteit.

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Bovenstaande een goed idee, vooral als dit keer de burgers eens echt serieus worden genomen en niet alleen gebruikt.
Om ergens in te kunnen participeren moet men geld hebben en dat hebben we niet. Dus, niet mogelijk.
Als we het konden betalen lieten we zonnepanelen op het dak zetten, nu niet mogelijk.

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

Als de produktie van allerlei overbodige produkten stopgezet zou worden, zou er veel minder, internationaal vrachtverkeer kunnen gaan rijden.
Het plan van de regering om kinderen van 16 jaar een rijbewijs toe te staan is idioot, nog meer auto's op de weg, want de schatjes moeten natuurlijk onmiddellijk een eigen auto, met volkomen onverantwoordelijke onvolwassenen erin.
De mobiliteit in Nederland is vooral een probleem omdat ons land veel en veel te vol is. Het overheidsbeleid van de afgelopen 40 jaar heeft ons land volkomen ontwricht, op alle gebied.
Als ik in Nederland zou wonen zou ik geen auto hebben.

Vraag8

- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -

Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.

Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
zie boven.

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Als alles, wat ik bovengenoemd heb besproken, in praktijk zou worden gebracht, inclusief het heropvoeden en bewustmaken van het grote publiek, ze stimuleren en entameren anders te gaan leven, zou er wel eens een zo grote daling van energieverbruik en vervuiling kunnen optreden, dat de zaken anders komen te liggen.
De kosten voor het installeren voor zonnepanelen volledig aftrekbaar maken van de belasting. En dan nog moet men het maar kunnen betalen.