Klimaatplan en INEK
Reactie
Naam | Nvt. (F Bour) |
---|---|
Plaats | Landgraaf |
Datum | 3 oktober 2019 |
Vraag1
- Algemeen -Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.
Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?
Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?
1a: - Nederland was goed bezig met een bevolkingskrimp! (= kleinere footprint). Door immigrantie wordt er grote financiële druk op de samenleving uitgeoefend, die zorgt voor een onevenredig grote belasting van het klimaat. Conclusie: Terugsturen van de "nieuwe Nederlanders" naar hun (veilige) landen van herkomst.
- Zorg voor alternatieven (ipv. eenzijdig op warmtepompen, zonnepanelen en electrische auto's in te zetten): kernreactoren, kernfusie, nulpuntenergie, waterstofmotoren.
- Stop de bangmakerij!!!! Daar trapt -zometeen- niemand meer in. De noordpool zou al in 2015 gesmolten moeten zijn, alle ijsberen overleden en sneeuw zou ons onbekend zijn! Helaas luistert de aarde en het klimaat slecht.
1b: - Op geen enkele wijze zijn de woordvoerders, die klimaatmaatregelen "verkopen", overtuigend of realistisch:
- domme, bange of gekochte journalisten, wetenschappers
- zakkenvullende politici: Al Gore, Timmermans, Samson, Klaver etc.
- banken en bedrijfsleven, die zich rijk rekenen aan toekomstige investeringen, die door de burger betaald worden
- conferentiebezoekers (b.v. deelnemers IPCC), die per jaar een aantal keer de aarde rond vliegen, ten dele in privévliegtuigen. Wel met het vingertje naar anderen wijzen, terwijl ze zelf een mega footprint hebben
- het onderwijs speelt ook een kwalijke rol. De docenten verzorgen de lessen met lesstof, die ze aangereikt krijgen Geef de leerling/student het alle materiaal en laat hem/haar zelf de conclusies trekken.
- en de burger is het kind van de rekening. Hij is de consument; dus schuldig en mag het feestje betalen! Krijgt allerlei meningen voorgeschoteld. Aan echte feiten ontbreekt het ten enenmale. Dat deze consument nooit eerlijk voorgelicht is over de keuzes, incl. de consequenties, in het verleden.
Vraag2
- Strategie voor de lange termijn -Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.
Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
- stoppen met ALLE landbouwgiffen, medische- en consumptiegiffen (verpakkingen en E-nummers). ALLES wat door de chemische, pharmaceutische en landbouw industrie geproduceerd wordt, duikt ergens op een onverwacht moment en plaats in het milieu weer op en beïnvloedt vervolgens het milieu! Schoonmaken is onredelijk duur. Zorg dus dat het om te beginnen NIET in het milieu terecht kan komen.
- inzetten op lokaal produceren en lokaal consumeren. Stoppen met het verslepen van (tussen-)producten. Tegen het licht van het klimaatbeleid is het niet meer te verantwoorden, dat er biefstukken uit Argentinie komen en sinaasappels uit Zuid-Afrika.
- zoals reeds genoemd het terugsturen van "nieuwe Nederlanders" naar de landen van herkomst. Vaak hebben ze DAAR een grotere binding mee, dan met het "westen".
- verzorgen van ECHT onderwijs (+- 30 uur per week in HBO, WO; >= 40 weken per jaar). Stoppen met alles wat met zogenaamde kwaliteit (i.c. visitaties, inspecties, examencommissies) te maken heeft. Dit zijn geldverslindende facadeprocessen (toneelspel). Flauwekul van derde (subsidie-) geldstromen afbouwen. Zorg voor goede/betrokken docenten, die vanuit een stuk vrijheid de leerlingen/studenten motiveren om straks de verantwoordelijkheid te nemen een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij.
Vraag3
- Samenwerking met andere landen -Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen
Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?
Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a: - ik zou bijna zeggen: "stop met verstoppertje spelen achter de brede rug van de EU/VN/IPCC". Stap uit de EU; ga zelf weer nadenken. Vergaderen/overleg kost alleen maar onnoemelijk veel geld en tijd. Uitkomst is vaak niet wat wij willen en zorgt vervolgens voor wet- en regelgeving, waar Nederland alleen maar last van heeft. Op den duur heeft de Nederlander ( een netto-betaler ), geen solidariteit meer met Griekenland, Spanje, Italië, Frankrijk en de vergadertijgers in Brussel. Als er al Europa-brede oplossingen komen, kunnen steeds dezelfde landen de kosten dragen (voor de hele EU).
Vraag4
- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.
Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).
Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.
Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
- Allereerst moet u uitleggen wat "duurzaam gas" en "duurzame warmte" is.
- U moet ook uitleggen, waarom in Duitsland de huiseigenaren subsidie krijgen om een gasinstallatie te installeren en wij bestraft worden voor het gebruik van gas. Want onnodig hoge(re) energiebelasting is m.i. een boete!!!!
Mijn inziens moet er een stad of regio gekozen worden om als pilot te dienen. Van het gas af met die stad en realiseer diverse alternatieven: waterstof, thorium reactor, kernfusie, warmteopslag in de zomer (gebruik wanneer het nodig is). Geen airco's, vaatwasser en andere onnodige energieverbuikers. In deze stad worden diverse alternatieven uitgevoerd en daarna wordt na b.v. 5 à 7 jaar geëvalueerd wat de beste keuzes zijn. Ook eerlijk zijn over elektriciteit, dat véééééél onrendabeler is dan gas!!! We hebben een elektriciteitsnet, dat onder de huidige omstandigheden al overbelast is.
Nadat bekend is welke alternatieven de beste (prijs/kwaliteit) zijn, wordt een implementatieplan gemaakt voor de rest van NL.
Voorts moet alle innovaties tegen KOSTPRIJS geïnstalleerd worden. Het is toch te gek dat de consumenten het zuur krijgen en het bedrijfsleven en banken het zoet.
Vraag5
- De klimaatopgave in de landbouw -In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.
Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
Wanneer de hele agrarische sector op de schop genomen wordt, dan lijkt het voor de hand liggend om alle herbiciden, pesticiden en meststoffen biologisch te maken! Productie uitsluitend voor de Nederlandse markt. Alle import en export onder de loep nemen. Geen GMO!
Zo min mogelijk (ver) transport van producten. Het vervoer heeft mogelijk meer impact dan de productie op zich.
Zorg ook dat de populatie afgestemd is op het agrarisch volume. Enige import/export is natuurlijk geen probleem. Zorg voor binnenlands "fair trade".
Vraag6
- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.
Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.
Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Helemaal niet: Nederlandse industrie en energiebedrijven hebben investeringen gedaan om zo hoog mogelijke rendementen te halen uit kolen, gas met zo min mogelijk emissie van CO2. Deze energie is betrouwbaar en goedkoop. Energie uit de zon en uit wind is onbetrouwbaar en duur en is alleen rendabel, omdat er flink wat subsidies gegeven worden. Als investeerders deze parken op eigen kosten moesten inrichten, dan waren de wind- en zonneparken er niet.
Trouwens: eerlijke kosten/baten analyses over zonneparken en windparken zijn nergens te vinden! Ook wordt er schimmig gedaan over de impact van de productie van zonnepanelen en windmolens. Ik heb het nog niet over het opruimen ervan. Ook deze hebben een beperkte levensduur.
Vraag7
- Het stimuleren van elektrische voertuigen -Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.
Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?
Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.
Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?
Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?
7a: Er moet helemaal nergens rekening mee gehouden worden met subsidies voor bijvoorbeeld veel te dure elektrische auto's.
Elektrische auto's moeten gekocht worden door mensen, die overtuigd zijn dat ze de juiste beslissing nemen en niet omdat ze -met een salaris van minimaal 2x modaal- goedkoop een veel te dure auto kunnen rijden.
Dus GEEN subsidie op elektrische auto.
7b: Ik denk vooral, dat er gezocht moet worden naar alternatieven: b.v. waterstof of lichtere brandstofauto's.
Het lijkt er op, dat de echte rijken niet bereikt worden met welke boodschap dan ook. Te rijk om zich überhaupt ergens wat van aan te trekken. Lekker rondrijden in een zo groot mogelijke auto lijkt het motto.
7c: Jammer is dat werkgelegenheid geconcentreerd is rond de randstad (Den Haag, Amsterdam, Utrecht). Mensen wonen echter voor een deel in de provincie. Zet in op verminderen van de mobiliteit: thuiswerken, gemeenschappelijke kantoren in de provincie voor medewerkers van diverse bedrijven. Maak dit iig. interessant qua kosten!
Samengevat: beperken van mobiliteit door het spreiden van de werkgelegenheid.
Vraag8
- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.
Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.
Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
Huh???? Bomen ... en veel!
Vraag9
- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Grappig! Jullie weten het ook niet..... Het enige wat er bedacht wordt zijn stiekeme afspraken met omgekochte gemeenten en dwang.
Niemand wil windmolens of zonnepanelen dicht bij zijn huis.
Concluderend:
Ik snap niet waar de Nederlandse overheid de wijsheid vandaan haalt, dat de mens verantwoordelijk is voor het veranderen van het klimaat (bewijzen ontbreken) en vervolgens waar de arrogantie vandaan komt om te denken, dat wij als Nederland, er wat aan kunnen veranderen.
Het enige wat ik kan veronderstellen is het verdienmodel. De industrie produceert wat en zegt dat het ten goede komt aan het klimaat. De innovatieve producten moeten goed betaald worden. Als na 50 jaar blijkt, dat de fabrikant het fout had, dan is dat jammer. Geld weg, da's pech. Ik noem dat zorgeloos ondernemen:
Als het fout gaat met het klimaat, dan had je er maar MEER in moeten investeren. Als het goed gaat, dan heeft DE OVERHEID geweldige prestaties geleverd. Yeah right!!!!
Aangezien de Nederlandse burger zich (nog) niet heeft kunnen uitspreken over het klimaatbeleid en de voorgestelde offers door de burger, zou het netjes zijn als er verkiezingen zouden plaatsvinden met als inzet het klimaatbeleid. Het kabinet doet wel of het heel democratisch tot stand gekomen is, maar voorlopig hebben de producenten van oplossingen vééééél meer invloed dat degene, die voor de kosten moet opdraaien.