Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam G Zonneveld
Plaats Lelystad
Datum 25 september 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

Wat de overheid betreft: het hele klimaat akkoord is niet ter sprake geweest bij de verkiezingen van 2017, toch een heel belangrijk onderwerp aangezien het honderden miljarden gaat kosten en van grote invloed gaat zijn op de totale bevolking. Desondanks is het klimaat akkoord wel opgenomen in het regeerakkoord. dat is nauwelijks nog democratie te noemen. Overigens zullen de kosten voor deze operatie toch weer voor een groot deel op de middeninkomens met eigen huis en auto worden afgewend terwijl deze groep met financiële problemen worstelt na jarenlang te zijn genegeerd door de politieke begrotingen. vrijwel alle "bezuinigingen" zoals politici het noemen zijn ten kosten van werkende Nederlanders gegaan.
wat de bevolking betreft: zij laten zich rampscenario's aanpraten door linkse politici zoals Klaver en Jetten en Rutte (de acties VVD zijn idd voornamelijk links om de coalitiepartners maar tevreden te houden). De leugen dat 97 % van de wetenschappers het erover eens dat de opwarming door de mens wordt veroorzaakt wordt zonder reserves door de bevolking aangenomen zonder daar vragen bij te stellen. de werkelijkheid is dat er onder klimaatwetenschappers grote discussie over dit standpunt. die 97% is gebaseerd op een enkel onderzoekje van een Amerikaans professor en zijn stagiaire. Wetenschappers die kritisch zijn over dit standpunt zijn niet meegenomen in de berekening. Er ontwikkeld zich volkomen ten onrechte een gevaarlijke massa hysterie gebaseerd op drijfzand van leugens en stampvoetende politici.
Wat betreft de 'klimaattafels': hebben we nu echte al die drollen aan al die tafels nodig om uiteindelijk tot de volgende uitkomst te komen? "we gaan het gas duurder maken"!

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
Waterstof als energiedrager en Thorium kerncentrale generatie 4. Het duurt echter nog tientallen jaren (2015) voordat dit gerealiseerd kan zijn. dat hoeft niet erg te zijn als er op een serieuze manier naar de invloed van de mens op de klimaatschommelingen is. Als mocht blijken dat de mens daar slechts beperkt invloed op heeft is er helemaal geen reden tot grote paniek en enorme haast. Het geld wat nu in lelijke windmolens, onpraktische en slecht functioneren warmtepompen, subsidies voor klimaatclubjes, isolerende bouwkundige voorzieningen e.d. wordt gestopt kan maar een keer worden uitgegeven en dan moet je inzetten op iets wat echt een nuttige energietransitie is. met een relatief kleine aanpassing kan een standaard c.v. ketel worden aangepast om op waterstof te draaien. alleen omdat er zo'n onnodige paniek is gecreëerd wordt er niet meer naar echte oplossingen gekeken.

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
de enige internationale samenwerkring zou moeten zijn om gezamenlijk te investeren in de generatie 4 kerncentrales op Thorium. meer niet. Vooral niet luisteren naar autistische zweedse pubers en anderen die graag voor 'groen, planeet en levensreddend' willen worden aangezien.

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Zoals hierboven omschreven is alles zoals geste;d gesteld in vraag 4 totale onzin. De zijn "De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen" betekent in feite niets anders dan dat de mensen financieel het mes op de keel gaat worden gezet om veel geld te investeren in onzin maatregelen gebaseerd op politieke en idealistische leugens. De voormalige Sovjet Unie en de DDR zoude jaloers zijn geweest op deze massale indoctrinatie van het volk. Het gebeurt echter in 'democratisch' Nederland.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
De wereldbevolking is enerzijds geen Nederlands probleem maar aan de andere kant hebben we er helaas wel mee te maken, kijk maar naar de grote groepen mensen die deze kant op komen en zich als vluchteling voordoen. Geboorte beperking, stabiele politieke systemen en uitzicht op een normaal menswaardig bestaan in werelddelen waar nu religieuze leiders en / of corrupte politici het voor het zeggen hebben zou een oplossing kunnen zijn.

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Ik wil niet participeren in de klimaatwaanzin die nu gaande is. Ik heb er uiteraard wel tegen wil en dank mee te maken maar u moet mij geen vragen stellen alsof het een keuze van mij zou zijn!

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

Voor de batterijen in de elektrische auto's is veel kobalt nodig. dat wordt veelal door kinderarbeid onder slechte omstandigheden in Afrika gewonnen. De gesubsidieerde milieuclubjes, fanaten maar ook GroenLinks kijken dan graag de andere kant. Dit gevaarlijke goedje is essentieel voor hun planeet reddende milieu leugens en dan komen verhalen over kind slaven die onder erbarmelijke omstandigheden worden gedwongen in de mijnen te werken ze niet goed uit. Daarnaast is de elektrische auto vanwege de matige actieradius geen volwaardig alternatief voor de brandstofmotor. er zijn overigens diesel autos die minder milieuschade opleveren dan de bejubelde en gesubsidieerde Tesla's.

Vraag8

- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -

Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.

Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
Omdat ik niet meewerkt aan oplossingen voor niet bestaande, verzonnen problemen heb ik geen antwoord op deze onzin vraag. We moeten trouwens ook niet doen alsof CO2 het nieuwe asbest is. sterker nog, zonder CO2 hebben we geen zuurstof. Zouden de puberende 'klimaatspijbelaars' zich hebben gerealiseerd hebben dat ze, terwijl ze de door hun groenlinkse juffrouw van school ingefluisterde yell "CO2 WEG ERMEE" schreeuwden eigenlijk zeiden dat ze geen zuurstof meer willen hebben?

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Hoeft niet, niet doen. zie voorgaande. Niet meer investeren in zonnepanelen en windmolens! weggegooid geld.