Klimaatplan en INEK
Reactie
Naam | de heer P. Dees |
---|---|
Plaats | Zwolle |
Datum | 20 september 2019 |
Vraag1
- Algemeen -Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.
Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?
Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?
1a.
- Dat we zeker zijn van het probleem, nl. dat de aarde opwarmt door broeikasgassen, en dat we zeker zijn dat we dat kunnen verhelpen. Dat zijn we niet. Totaal niet. Dus het belangrijkste aandachtspunt is STOPPEN MET DIT ONZALIGE CATASTROFALE BELEID.
- aangezien dit beleid ongelooflijk veel geld gaat kosten moet dergelijk beleid gesteund worden door de burger. Dat is nu TOTAAL NIET het geval. Er is geen referendum over gehouden en het stond niet in het regeeraccoord. Bij een dergelijke enorme lastenverzwaring, gecombineerd met GROTE TWIJFEL over de juistheid van de oorzaak en de te verwachten resultaten, dient de burger zijn stem te mogen laten horen. DUS: REFERENDUM invoeren (niet slechts raadgevend!) en / of wachten tot na verkiezingen.
1b. De overheid laat zich misleiden door belangengroepen bij bedrijven, instellingen, NGO's en niet in de laatste plaats door belangen die bij personen en groeperingen / partijen binnen de overheid zélf leven. De overheid is NIET deskundig in dezen en heeft volledig gefaald bij het aanstellen van totale nitwits als Nijpels en Samson. De 'klimaattafels' waren eenzijdig bevolkt en de burger zat er NIET bij terwijl die mag betalen. Schande, schande, schande. Hier past maar éen ding: aftreden en wel onmiddellijk. Vrijwel alle andere genoemde partijen zijn of belanghebbende (NGO, bedrijven, kennisinstellingen) óf eenzijdig bevooroordeeld wegens onredelijke angsten als gevolg van de stuitende geestelijke leegte in de westerse wereld (er is geen God meer die voor ons zorgt, dus moeten we het zelf doen, dus worden we bang en onredelijk fanatiek want het moge duidelijk zijn: we KUNNEN het klimaat helemaal niet de baas), of, helaas waarschijnlijk in de meeste gevallen, een combinatie van deze beide.
STOP HIERMEE!
Vraag2
- Strategie voor de lange termijn -Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.
Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
Kernenergie. Omdat het de meest veelbelovende oplossing is voor het (pas over een paar honderd jaar actuele) probleem van de eindigheid van fossiele brandstoffen. Beter voor milieu, veilig, betaalbaar (!). Nederland zou daarin voorop kunnen lopen als het NU de idiote niet werkende kostbare plannen stopzet en in plaats daarvan fors investeert in de ontwikkeling van bijv. thoriumcentrales. Andere landen doen het ook. Wij zijn de risée van Europa als we dat niet doen met ons kennisniveau!
UItdaging: het verstand gaan gebruiken en niet achter machtsblokken in de EU aanhuppelen. Dat lijkt me voor de huidige regering de allergrootste uitdaging, en ik heb weinig hoop dat dat zal gaan lukken helaas. Maar u vraagt ernaar, dus kunt u het krijgen.
Vraag3
- Samenwerking met andere landen -Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen
Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?
Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a. Gericht op de ontwikkeling van veilige kernenergie centrales en de geleidelijke afbouw van eindige energie bronnen. NIet het land volplempen met zonnepanelen en windmolens. Stoppen met kapbeleid en ontbossing om zogenaamd 'groene' stroom te produceren die integendeel ons milieu verpest.
Samenwerking op Europees niveau kan, maar met EIGEN SOUVEREINITEIT IN ALLE OPZICHTEN. > m.a.w. het meest centrale punt van het samenwerkingsbeleid zou erop gericht moeten zijn dat de EU gaat inzien dat het beter werkt als landen zelf kunnen beslissen.
Een KOPGROEP IS EEN SLECHT IDEE omdat het elk draagvlak vermindert en bovendien, zoals elke dag blijkt, uitlokt tot uitwassen die niets anders dan machtsvertoon blijken. Het recht van de sterkste gaat dan gelden (of degene met de grootste mond) en binnen de EU zijn dat sinds jaar en dag Duitsland en Frankrijk. Zij geven onophoudelijk blijk van hun diepe minachting voor andere landen. Kopgroepen versterken dit alleen maar. GEEN KOPGROEPEN DUS.
3b. Mijn inzichten zoals ik die hier geef, en ik ben van harte bereid die mondeling toe te lichten en daartoe een groep zeer deskundige mensen bijeen te brengen. Maar wat ik vooral zélf zou kunenn bijdragen is MIJN STEM. Ik zou graag mijn stem uit willen brengen in dit geval, omdat het om DE TOEKOMST van MIJN KINDEREN GAAT. DIE ZETTEN JULLIE OP HET SPEL. SCHANDALIG, EN DAT ZONDER ONS TE RAADPLEGEN. SCHAAM JE, TREED AF EN NEEM NOOIT MEER BESTUURSVERANTWOORDLIJKHEID.
Ik heb een ondersteuningsbehoefte op het gebeid van het verkrijgen van VERANTWOORDELIJKE EN WIJZE BESTUURDERS. Die lijken er niet te zijn, en wat nog veel erger is, die personen in de politieke wereld die WEL HUN GEZOND VERSTAND GEBRUIKEN en WEL DE BELANGEN VAN DE NEDERLANDSE BURGER willen vertegenwoordigen, DIE WORDEN DOOR JULLIE OP ZEER ONDEMOCRATISCHE WIJZE BUITENSPEL GEZET, EN ZELFS VERVOLGT, WAARBIJ JULLIE ZELFS HET LEVEN VAN EEN COLLEGA DOODGEMOEDEREERD OP HET SPEL DURVEN STELLEN. JULLIE ZOUDEN VERVOLGD EN VEROORDEELD MOETEN WORDEN.
Vraag4
- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.
Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).
Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.
Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Stoppen met subsidieren van nepgroene stroom. De omgeving niet vervuilen met niet rendabele windmolens en zonne panelen. Stoppen met het 'van het gas af'. Echt duurzaam is de ontwikkeling van kernenergie.
Ook heel belangrijk: ga niet als een gek tekeer met onrealistische termijnen en kostenplaatjes. Zorg dat wat je doet realistisch is en denk eens aan de lagere inkomens en zo.
Ik kan daar van alles aan bijdragen. Het meest belangrijke dat ik bijdraag, en dat zal ik blijven doen, is dat ik op een politieke partij stem die zijn verstand gebruikt in deze materie. Zo u wenst ben ik ten allen tijde bereid dit aan iedereen uit te leggen, ook bijv. op kanalen van uw staatsomroep. Het ligt in uw macht om de NPO te bewegen om ook eens een ander geluid te laten horen, iets wat ze steeds stelselmatiger NIET doen. Ik wacht op uw oproep om te komen meepraten.
Vraag5
- De klimaatopgave in de landbouw -In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.
Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
Ik vind niet dat dit werkt in de goede richting. Het is ijdele praat, en weinig wol. Het enige dat hiermee bereikt zal worden is verhoging van de onvrede bij de burger, verspillling van enorme hoeveelheden geld, en bevestiging van een van de werkelijkheid volkomen losgezongen bestuurselite, die zich de buikjes rond eet en dent enorm goed te doen maar integendeel de wereld naar de rand van de afgrond brengt.
Grote tip: HOU HET KLEIN EN BEHAPBAAR. Daar zit meer kracht dan in dat megalomane globalistische geprietpraat.
Vraag6
- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.
Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.
Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Ik vind het erg fout hoe er tegen zonne- en wind-energie aangekeken wordt. Deze beide bronnen zijn niet betrouwbaar, niet rendabel en zullen NOOIT een wezenlijk onderdeel van de oplossing van de energiebehoefte van deze wereld leiden. Het is een gotspe om zoveel geld te stoppen in zaken die hooguit een klein beetje zulllen bijdragen. Stop er dus mee.
Vraag7
- Het stimuleren van elektrische voertuigen -Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.
Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?
Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.
Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?
Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?
7a. zeker zijn van effectiviteit, betaalbaarheid. haalbaarheid. realistisch tijdpad.
7b. Stop politiek bedrijven dmv subsidiering.
7c. alles wat ik hiervoor al heb gezegd bij vraag 1 t/m 6 staat je niet blind op CO2 uitstoot of fijnstof. Zie antwoorden vraag 1 en 2.
Vraag8
- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.
Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.
Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
CO2 is niet de oorzaak van klimaatverandering. Stop ermee om daar zo onzinnig op te focussen.
Vraag9
- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Dit draagvlak moet niet vergroot maar integendeel verkleind worden. De beste manier om dit te doen is door politieke partijen die hier een nuchtere houding hebben, niet langer buiten te sluiten uit uw bestuurlijke gelederen, te negeren, te kleineren of anderszins monddood te maken. Zodat de burger niet slehchts 1 voorgekookte standaardmening te horen krijgt. O ja, ik zou bijna nog een ander manier vergeten die nog véel eenvoudiger te bereiken is en nog geld oplevert ook: hef de NPO op wegens totale eenzijdigheid en (zou hier een verband liggen?) gestaag dalende kijkcijfers. Bijkomend voordeel is dat burgers eindelijk niet meer verplicht zijn te betalen voor een dienst die ze niet willen of zelfs verafschuwen.