Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam RW Singels
Plaats Valkenswaard
Datum 1 oktober 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

1a.) Het belangrijkste is het delen van informatie en wel 'to the point' eerlijke en vooral complete informatie.
Met het doorrekenen van de klimaatplannen is geheel niet ingegaan op wat de transitie de burgers gaat kosten. De belangrijkste moot van 'van het gas af' is niet doorgerekend. De VVD gedeputeerde voor Gelderland Jan Markink heeft een doorrekening laten doen die als gemiddelde genomen zou kunnen worden voor heel Nederland. De energietransitie kan per persoon oplopen tot €100.000 en tot €220.000 per huishouden.
Deze bedragen zijn voor niemand te dragen en burgers worden verplicht daarvoor een gebouwgebonden lening aan te gaan. Dit is een dictatoriale maatregel en maakt de Nederlandse burgers geheel afhankelijk van een enorme schuldenberg, wat niet acceptabel is.
Daarnaast kan het nooit een goed plan zijn alle burgers van het gas af te sluiten, nu blijkt dat andere Europese landen juist massaal aan het gas gaan en om de burgers aan te kunnen sluiten zelfs subsidies bieden. Dit beleid staat haaks op het Nederlandse beleid waarvoor geheel geen draagvlak is in de samenleving. Nederland heeft het beste en meest uitgebreide gasdistributienetwerk van Europa en is als enige land van plan de gaskraan dicht te draaien. Andere Europese landen doen het tegenovergestelde, daaruit kan worden geconcludeerd dat het plan terug moet naar de tekentafel en de redenen waarom de buurlanden juist AAN het gas gaan moeten goed worden onderzocht.

Het lijkt gewenst voor onze waakzame waardevrij denkende en lobbycratieloze geachte overheid om eindelijk eens met een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse te komen die rekening houdt met alle ins en outs van de kosten van de klimaat- en energietransitie en een eerlijk en volledig overzicht aan de burger te geven wat de transitie hem gaat kosten.

1b.) De rol van de burger in de gehele energietransitie is alles betalen. Dit beleid zet alle burgers van Nederland zonder enkele inspraak met de rug tegen de muur.
De partijen die gehoord zijn geven een eenzijdig beeld, terwijl er binnen het klimaatthema wetenschappers en deskundigen zijn die met goede onderbouwing de argumenten weerleggen waarop beleid wordt gemaakt en politiek wordt bedreven. In een democratie kan deze uitsluiting niet gerechtvaardigd zijn.
Daarnaast hebben veel wetenschappers aangetoond dat de temperatuurstijging ander oorzaken kent, zoals de zonneactiviteit en waterdamp in de lucht.

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
2.) In de stelling dat in een democratie ook de wetenschappers en deskundigen moeten worden gehoord die van mening zijn dat CO2 en klimaatverandering geen verwantschap hebben, dient er eerst uitgebreid hoor en wederhoor te worden toegepast en met de bevindingen opnieuw wetenschappelijk te worden onderzocht óf en zo ja, in hoeverre, CO2 uitstoot door de mens, bepalend is voor de temperatuurstijging op aarde.
Alvorens beleid te kunnen maken en uitvoeren op een dergelijk beladen onderwerp wat een gigantische impact zal hebben op burgers, maatschappij, bedrijven en de gehele economie, dient er een zeer breed draagvlak te zijn. Dat draagvlak is er nu duidelijk niet omdat iedereen in het ongewisse is hoe de toekomst eruit gaat zien en vooral welke kosten de burgers mee geconfronteerd gaan worden de komende 30 jaar.
Vooralsnog zie ik weinig draagvlak en de mensen die demonstreren voor het milieu hebben, zo blijkt uit interviewen, geen benul wat de transitie hen gaat kosten, wanneer daarna gevraagd wordt. Zij roepen slechts in koor dat de aarde gered moet worden. Wanneer zij doorkrijgen dat het hen duizenden tot tienduizenden euro's gaat kosten, (die ze veelal niet bezitten), zal het draagvlak van deze groep direct tot nul gereduceerd worden. Dit is dus geen manier om politiek te bedrijven, dit leidt slechts tot tegenstand.

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a.) Wind- en zonne-energie bieden geen zekerheden. Garanties op wind en zon zijn er niet, dan heb je soms wel stroom, maar soms ook niet, dat is geen optie. Energieopwekking met verbranding van fossiele brandstoffen is in de toekomst uit den boze en biomassaverbranding (lees bomen verbranding) is werkelijk te onzinnig om over te praten, dat moet direct stoppen! De samenwerking tussen de lidstaten zou daarom moeten gaan over het zo snel en uitgebreid mogelijk doorontwikkeld van kernenergie (thorium).
Energieopwekking met kerncentrales is vele malen efficiënter dan zonneweiden en windmolenparken. De veiligheid (als logisch onderdeel van de ontwikkeling van dergelijke centrales) staat voorop en de afvalverwerking dient evenzo goed en veilig geregeld te worden.
In het Reactorinstituut van TU Delft wordt kernfysica uitgebreid bestudeerd, om een veilige kerncentrale te kunnen bouwen zonder radioactief afval dat duizenden jaren gevaarlijk blijft. Deze ontwikkeling kan met Europese wetenschappers in een denktank worden opgepakt om zo snel mogelijk veilige kerncentrales te kunnen bouwen.
Wetenschapper en kernfysicus Jan Leen Kloosterman van de TU Delft geeft aan dat de kostprijs per kilowattuur van een dergelijke kerncentrale 5 cent zal zijn, dus betaalbaar. Stop in ieder geval met die miljarden kostende windenergieprogramma’s en zonneparken. De enigen die er wijzer van worden zijn de energieleveranciers.
Kerncentrales kosten natuurlijk veel meer dan een groepje windmolens, maar gaan ook veel langer mee en slecht de kostprijs per kWh is van belang.

3b.) Deze consultatie is een inspraak van ‘lik me vestje’. Achter de klimaattafels aan je mening geven terwijl de beleidsplannen al zijn bepaald en al gedeeltelijk worden geïmplementeerd is overleg achteraf. Deze consultatie, waar overigens weinig tot geen ruchtbaarheid aan is gegeven in de reguliere media, is slechts voor de bühne en zit vol met onwaarheden en tegenstrijdigheden. Slechts de websites die het álternatieve nieuws’ aangaande het klimaat brengen, maakten gewag van deze consultatie. Er is een schemerconstructie opgetuigd om de bevolking niet uitgebreid en duidelijk te informeren dat het een korte periode mogelijk is de mening te geven over onderwerpen die de samenleving ernstig zullen raken.
De vraagstellingen zijn antwoord sturend, dus suggestief. Met de gesloten vragen wordt geprobeerd de antwoordmogelijkheden te beperken, dan wel te leiden tot het gewenste antwoord.

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
4.) In de vraagstelling wordt gesteld dat woningeigenaren gestimuleerd zullen worden energiebesparende maatregelen te treffen en duurzame verwarmingsopties uit te voeren. Hier wordt veronderstelt dat er een keuze is. Dat is bezijden de waarheid.
Gemeenten krijgen een rechtsgeldig instrument om huiseigenaren gewild of ongewild van het gas af te sluiten. Zonder gas kan je vanaf het moment van afsluiten het huis niet meer verwarmen, dus is er sprake van dwang.

Ook zal de te verwachten prikkel voor huiseigenaren om mee te doen aan de transitie zijn dat gas dusdanig kunstmatig duur wordt gemaakt, dat de maandlasten voor verwarming onbetaalbaar worden, wat eveneens inhoud dat er niet van een vrijwillige basis gesproken kan worden.

Aangezien de kosten voor de energietransitie tot 100.000 euro per persoon, dan wel tot 220.000 euro per huishouden kunnen gaan kosten, (hierbij verwijs ik naar het kostenonderzoek van VVD gedeputeerde Jan Markink voor Gelderland heeft laten verrichten) kan geen huiseigenaar dat betalen en wordt men, doordat men van het gas wordt afgesloten, verplicht een lening aan te gaan om het huis te verbouwen om het voor de energietransitie geschikt te maken.
Veel mensen zullen deze lening nooit meer kunnen afbetalen en de maandlasten stijgen aanzienlijk voor alle burgers. Dit zal eveneens gelden voor huurders omdat woningbouwverenigingen en huisjesmelkers de kosten van de energietransitie zullen verdisconteren in de huurprijzen.

Nogmaals wijs ik erop dat andere Europese lidstaten de burgers massaal aan het gasnet willen aansluiten en dat het niet de manier is om eenzijdig de Nederlandse bevolking van het gas af te sluiten. Daarnaast zal de Nederlandse schatkist zonder het verdienmodel op gas miljarden aan accijnzen en belastingen mislopen. Dit verlies zal later worden doorberekend in de stroomprijs,

Daarnaast kunnen de bouwbedrijven in Nederland die transitie niet aan, die capaciteit is er niet. En de kans is dat je zaken moet doen met bedrijven die je liever niet wilt omdat ieder bedrijf tot over zijn oren verplichtingen is aangegaan en dus geen tijd heeft.
Zet liever in op isoleren van woningen en bedrijven. Dat is duurzaam.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
5.) De export van landbouwproducten, melkpoeder, vlees, eieren, etc., is een van de belangrijkste exporttakken van Nederland.
Mijn gedachte is om niet de nek om te draaien waar Nederland groot in is en honderden ondernemers te duperen. Uitkopen met Nederlands belastinggeld? Pure kapitaalvernietiging.
Boeren staan overigens niet voor een uitdaging. Boeren wordt het boeren onmogelijk gemaakt met tientallen regeltjes waaraan ze moeten voldoen. Er is geen vrijheid in keuze, maar sprake van dwang.
Boeren gaan ten onder aan het doorgeslagen klimaatbeleid en zhet boeren wordt hen nagenoeg onmogelijk gemaakt. Hierdoor zal in de toekomst het boeren dusdanig onaantrekkelijk worden dat er straks geen sterveling dit vak nog wil uitoefenen.
En alle landbouwregeltjes leiden tot inkrimping, tot minder winst en tot duurdere producten, waar wederom de burger voor opdraait om dat te mogen betalen.

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
6.) Windmolenparken gaan ten koste van mens en milieu. Voor de productie van windmolens zijn allerlei metalen en (soms schaarse) mineralen nodig. Mijnbouwbedrijven winnen die, hoofdzakelijk in Azië, Zuid-Amerika en Afrika. Dat gaat gepaard met ‘milieuschade en mensenrechtenschendingen’, concludeert de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO)
Voor de winning van Kobalt in Congo is er veelal sprake van kinderarbeid en sowieso worden grondstoffen gewonnen in vaak erbarmelijke en mensonterende omstandigheden, waar de werknemers hard moeten werken voor weinig geld en het grootkapitaal dit afdwingt uit winstbejag.
Ook schaden de intensieve mijnbouwactiviteiten de natuur en zo leidt koperwinning in Zambia tot watervervuiling.
De bouw van windmolens moet wereldwijd toenemen zijn de afspraken, dus vervuiling, landroof uitbuiting en ander grensoverschrijdend gedrag zullen exponentieel toenemen. De Overheid probeert met windmolens wel een hele groene gedachte over te brengen, maar achter de schermen is het dikwijls een beerput van ellende voor milieu en mensenrechten. IJzer en mineralen kunnen niet gegarandeerd duurzaam worden ingekocht op de wereldmarkt. Goed zicht op de oorsprong ontbreekt.
Voor zonneparken werkt het net eender, ook daarvoor worden materialen gebruikt die milieubelastend zijn.
Fotosynthese onder de zonnepanelen wordt door de schaduwwerking enorm verminderd. Een zonnepark gaat dus ten koste van het functioneren van de bodem. Als zo'n zonnepark wordt verwijderd na twintig of dertig jaar, kost het jaren om het bodemleven terug te krijgen. Internationale kennis en metingen voorspellen ellende, waarschuwen deskundigen van het Louis Bolk Instituut, het RIVM, de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en vogelorganisatie Sovon. De bouw van grote zonneparken wordt de nekslag voor kwetsbare natuur en bodemleven.
Aangetrokken door een subsidieregeling willen grote (ook buitenlandse) investeerders de zonneparken nu gaan bouwen, van wel 50 tot 100 hectare groot. Dat gebeurt soms op grasland. Maar ook op landbouwgronden, die door intensieve akkerbouw en gebruik van bestrijdingsmiddelen vaak al weinig insecten en vogels meer tellen. Zonneparken maken het er nog slechter op, vreest de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap.
Het wensdenkend vertrouwen in zonnepanelen en wind is dan ook onterecht. Er zijn te weinig zonneuren om deze panelen effectief in te zetten en in de winter ligt er sneeuw op terwijl dan de energievraag hoog is.

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

7a.) Elektrische voertuigen zijn voor korte afstanden en in drukke binnensteden voor verbetering van de luchtkwaliteit inzetbaar. Het is echter een fabeltje dat E-auto’s zoveel beter zijn voor het milieu ten opzichte van de modernste generatie diesel motoren. (die overigens nog steeds doorontwikkeld en dus steeds schoner worden). De productie van E-auto’s is evengoed milieubelastend en de accu’s bevatten metalen die op aarde zeldzaam en moeilijk te winnen zijn. (en ook nog onder vaak erbarmelijke omstandigheden met kinderarbeid). Daarnaast worden hoogst brandbare elektrolyten verwerkt in reguliere accu’s met veel kans op vuur door chemische reacties die de accu instabiel maken bij een ongeluk. Daarvan zijn al veel situaties gedocumenteerd.

De actieradius van E-auto’s is bedroevend. Iedereen die voor het werk dagelijks veel op de weg is, wordt daardoor getroffen. Terwijl je een reguliere auto binnen 2 minuten voltankt, kan je wanneer de accu het begeeft een hele tijd gaan staan wachten eer je weer op weg kunt. Dit levert het bedrijfsleven gigantisch veel niet productie uren op, die tóch betaald moeten worden. Alleen al economisch gezien is dit een niet wenselijke ontwikkeling.
Daarnaast wordt de stroom voor elektrische auto’s opgewekt in een energiecentrale, die wie wordt er nu voor de gek gehouden?
En wanneer iedereen elektrisch gaat rijden smelten de kabels uit de straat wanneer we na het werk gezamenlijk de auto inpluggen in het net. Het Nederlandse energienetwerk is niet uitgerust op een dergelijke energievraag en zal vergaand moeten worden uitgebreid, wat nu net niet in het verduurzamingsbeleid past.
7b.)De aankoop van elektrische auto’s dient wegens bovenstaande niet verder te worden aangeprezen.
Daarnaast zijn de dure E-auto’s bereikbaar gemaakt voor mensen met een boven modaal inkomen die zwaar gesubsidieerd worden. De mensen met een lager inkomen voor wie zo’n aankoop niet bereikbaar is, betalen dat dan.
7c.) Wanneer je mensen uit de auto wilt halen, waarmee je de luchtkwaliteit verbeterd en een goede file-oplossing wilt bieden, stop dan serieus geld in uitbreiding van het openbaar vervoer en maak dat redelijk goedkoop. Zo goedkoop, dat iedereen liever de auto thuis laat staan.

Vraag8

- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -

Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.

Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
8a.) De kennis van zaken aangaande natuurwetenschap in de kring van de volksvertegenwoordiging laat veel te wensen over volgens Fysicus professor dr. Kees de Lange. Dit kabinet heeft de illusie dat met complexe modellering het klimaat voorspelbaar zou zijn, terwijl daar zelfs het IPCC niet in gelooft.
Beïnvloeding van het klimaat door het te voeren Nederlandse beleid is wetenschappelijk gezien geheelonzinnig, is pure kapitaalvernietiging en zal de Nederlandse burger economisch keihard raken.
Neem nu de periode van het Holoceen waarin de landkaart een compleet ander uiterlijk heeft gekregen, waar menselijk handelen geen enkele invloed op heeft gehad. Het is aanmatigend om te veronderstellen dat de mens invloed kan uitoefenen op het klimaat. Er is geen relatie tussen het CO2 gehalte in de atmosfeer en de temperatuurschommelingen op aarde. Dergelijke stellingen worden ingezet als verdienmodel, door de wereldbevolking schuldig te verklaren aan allerlei onheil en klimaatverandering, waarvoor de burgers van alle landen zwaar voor moeten gaan betalen. Ondertussen wordt iedereen voor gek versleten.

CO2 hoeft niet gereduceerd te worden, Het is geen vergif, het is de reden dat de aarde zo mooi groen is en waarom gewassen zo goed gedijen wanneer je in kassen CO2 toevoegt. CO2 is geen termostaatknop waarmee de temperatuur op aarde door de mens gereguleerd kan worden.
De temperatuur op aarde fluctueert al 4,5 miljard jaar en nu meent dit kabinet daarin in te kunnen grijpen? Wat een aanmatigende aanname. De temperatuur op aarde wordt voornamelijk beïnvloed door zonneactiviteit en waterdamp in de lucht. De invloed die de mens daarop kan uitoefenen is verwaarloosbaar, vandaar dat rekenmodellen uitwijzen dat na 30 jaar ‘invloed uitoefenen’ de temperatuur mogelijk 0,00003 graden zal veranderen, wat dus onmeetbaar blijkt.
Voordien was de mensheid schuldig aan zure regen, daarna aan een gat in de ozonlaag en nu aan klimaatopwarming doordat we teveel CO2 uitstoten.

Houdt op met mensen voor de gek houden, doe je werk en ga fatsoenlijk regeren.

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
9.) Nederland wil als enige met geweld van het gas af, terwijl andere Europese lidstaten de burger massaal AAN het gas wil hebben. Ga dan nog maar een bedenken hoe zinvol dat beleid is. Hebben alle andere landen het dan fout? Hebben de andere landen er geen verstand van?
Of spant Nederland het kar voor de wagen met haar beleid wat niemand snapt en de burgers honderden miljarden euro’s gaat kosten.

- Sluit (voorlopig) geen schone kolencentrales, om energie in te kopen bij vervuilende buurlanden.
- Windmolenparken draaien op subsidie, niet op wind. (Uitspraak van Rutte!) STOP met het plaatsen van windmolens. Deze zijn niet efficiënt, het waait niet genoeg in Nederland, het zijn vreselijke horizonvervuilers en zijn gehaktmolens voor vogels.
- Stop met het plaatsen van zonnepanelen op zonneweiden. Om zonnepanelen efficiënt te laten zijn schijnt de zon te weinig in Nederland en in de winter ligt er sneeuw op. Wil je hier toch op inzetten, subsidieer dan echt flink op zonnepanelen op daken van huizen.
- Stop direct met het verbranden van biomassa voor energieopwekking en haal een streep door de drogredenering dat verbranden van biomassa klimaatneutraal is, want dat is het zéker niet! Stop met onze bossen te verbranden en geef Staatsbosbeheer een ander verdienmodel dan het omzagen van bomen. Duizenden hectaren bos zijn al omgezaagd, terwijl er gesteld wordt dat er teveel CO2 in de lucht is. Deze tegenstrijdigheid valt niemand uit te leggen.
- Zet in op ontwikkeling van nieuwe generatie kerncentrales (Thorium)
- Zet in op een schoner milieu en het terugdringen van plastic gebruik (nano plastic wordt een ernstig probleem)