Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam Dhr E Talman
Plaats Borne
Datum 20 september 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

1a: Het belangrijkste aandachtspunt is de TOTALE ONZINNIGHEID van het klimaat beleid!
WAT zouden Jesse Klaver, Rob Jetten, Diederik Samson en overige klimaat hysterici zo rond het jaar 1.000 tegen de wereld hebben geroepen? (in die tijd, die gemiddeld WARMER was dan de huidige tijd, hadden de Vikingen net een kolonie opgezet op Groenland).
Zouden ze hebben geroepen, Leif, Knut, Gunnar, er komt een klimaatramp aan, de Kleine Ijstijd, jullie moeten ervoor zorgen dat de afkoeling van de aarde beperkt blijft tot 2 graden Celsius, anders worden de rapen nooit meer gaar?! Ga bossen in brand steken, zodat er meer broeikasgas CO2 in de atmosfeer komt, dat zal de aarde op temperatuur houden!
Zouden zij Gretta hebben opgeroepen om met haar drakenboot de wereld rond te zeilen om de mensen aan te sporen om op zoek te gaan naar zwart, steenachtig materiaal in de grond (mensen in de toekomst zouden dat steenkool gaan noemen).
Zouden zij Gretta hebben ingefluisterd dat in dat zandbedekte land, waar kort tevoren de muzelmannen met hun terreur waren begonnen, diep onder de grond een bruine vloeistof te vinden zou zijn (die in de toekomst olie genoemd zou gaan worden).
Zouden zij de wereldbevolking hebben opgeroepen om zoveel mogelijk van die nieuwe schatten te gaan verbranden, zodat de koolzuurdeken zich om de aarde heen zou kunnen vouwen om haar op temperatuur te houden?
Zo niet, dan zouden de gletsjers in de Alpen zich als monsters over de grazige Alpenweiden uitspreiden en alle tere groen vermorzelen, zodat er onder hun ijzige lijven alleen nog kale dode rots zou overblijven! (de vermorzelde bomen komen vandaag de dag bij het smelten van de Pasterze gletsjer in Oostenrijk weer tevoorschijn).

1b: De belangrijkste rol van de burger is om te betalen, te betalen en nogmaals te betalen, voor alle idioterie die door de NGO’s en andere groene terroristische organisaties aan de overheid wordt ingefluisterd en die voor delen van het bedrijfsleven een mooie kans lijkt op het binnenharken van werkopdrachten. De term terreur behoeft wellicht enige uitleg – niet iedereen begrijpt dat “terror” een buitenlands woord is voor “vrees” en dat vrees, angst aanjagen, het instrument is van de klimaathysterici om de bevolking zover te krijgen om alle onzinnige maatregelen te accepteren (zuchten onder die acceptatie is het enige weerwoord dat wordt toegelaten).

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
2: Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar het zo snel mogelijk realiseren van een voldoend aantal kernenergiecentrales om aan de vraag naar electrische energie te voldoen. Het is niet onoverkomelijk dat “men” wil stoppen met het gebruik van gas en olie voor zulke doeleinden als verwarmen en koken, maar de wens van milieu en klimaatfanatici om de uitstoot van CO2 te reduceren kan alleen maar worden bereikt met behulp van grootschalige toepassing van kernenergie. Alle gekoketteer met molentjes en zonnepanelen levert geen betrouwbare, duurzame productie van elektriciteit op.

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a: Samenwerking met andere landen moet zijn gericht op het zo snel mogelijk realiseren van electrische opwekkingscapaciteit met behulp van kernenergie. Treffend advies kan waarschijnlijk worden ingewonnen bij Frankrijk, u weet wel, dat land waarvan Parijs de (klimaat)hoofdstad is.

3b: Eigen bijdrage kan bestaan uit het zo wijd mogelijk bekend maken bij de bevolking dat het huidige beleid volkomen zinloze onzin is. Ondersteuningsbehoefte bestaat daarbij uit massale verspreiding via alle bestaande (massa)media van relevante en op waarheid en waarneming gebaseerde FEITEN in plaats van op met computers gesimuleerde modellen en rampscenario’s.

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
4: Vroeger betekende het woord “duurzaam” dat iets lang mee kon gaan. Mijn aanvullende idee voor duurzaamheid is dat gebouwen zo moeten worden gebouwd dat ze lang mee kunnen gaan en niet na hooguit dertig jaar alweer moeten worden gesloopt.
Voor wat betreft de door milieu en klimaat hysterici verzonnen betekenis van “duurzaam” zou ik wel eens willen weten wat de chemische formule is van duurzaam gas? Is dat wellicht CH4, dezelfde als van het nu zo verketterde methaan? Wellicht heet het duurzaam als de scheten van koeien worden opgevangen, en dan ook die van de bonen vretende veganisten, dan kunnen de koeien tenminste blijven leven, in plaats van door D66 te worden ausradiert en dan doen die groene terroristen toch nog iets nuttig.
Een praktisch idee voor de gebouwde omgeving is om eens op te houden met het kappen van bomen voor allerlei onzinnige, zelf verzonnen redenen.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
5: Landbouw wordt bedreven om mensen te voeden. Hoe meer mensen op de wereld, hoe meer landbouw nodig is. Wil je minder landbouw, zorg dan voor het stoppen van de ongebreidelde groei van de mensheid.
Zestig jaar geleden woonden er circa 11 miljoen mensen in Nederland, vandaag de dag bijna 18 miljoen. De aangroei van de bevolking die 60 jaar geleden hier woonde, bedraagt sinds die tijd ongeveer 1 miljoen, de rest is er allemaal van buiten af bij gekomen. Eén derde van alle milieu gerelateerde problematische cijfers had in Nederland niet bestaan zonder die import waar geen Nederlander ooit om heeft gevraagd.
Gezien de omstandigheid dat regeren vooruitzien heet te zijn, de omstandigheid dat de regering problematische milieucijfers wil verminderen in plaats van wil laten groeien, de omstandigheid dat groei van bevolking leidt tot groei van problematische milieucijfers, zou de eerste beleidsmaatregel van de regering moeten zijn, een directe totale stop op immigratie en een directe start van remigratie van alle onterecht in Nederland verblijvenden – de eerste vele procenten van het milieu en klimaat beleid zouden zodoende al zijn behaald.

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
6: Zonnepanelen op het eigen dak zijn de enige, economisch gedreven, maatregel in het beleid die door particulieren moeten worden genomen – dat zou de mogelijkheid scheppen in de toekomst los te koppelen van het openbare net, in het geval de onbetrouwbare overheid de belasting op openbare nutsvoorzieningen tot onaanvaardbare hoogte zou opvoeren (waarbij de kanttekening dat natuurlijk ook belasting per oppervlakte zonnepaneel kan worden verzonnen, gelijksoortig aan belasting op gevelbreedte, zoals in de Loden Eeuw in Halalsema haar stad werd verzonnen).

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

7a: Het kabinet dient bij de vormgeving van subsidies ten behoeve van electrische voertuigen ermee rekening te houden dat de halve wereld overhoop getrokken en vernietigd wordt bij de graaftocht naar de zeldzame materialen benodigd om de batterijen voor al die voertuigen te vervaardigen en dat vervolgens de rest van de wereld wordt vervuild met de afvalstoffen van die batterijen als zij na een paar jaar hun laadcapaciteit hebben verloren en worden weg geflikkerd.

7b: De instrumenten zijn een uiting van een morbide vorm van verstandsverbijstering. Waarschijnlijk zijn de milieu en klimaat hysterici van het padje afgeraakt door teveel recreatief gebruik van “onschuldige middelen”, bij de fabricage waarvan het afval op grote, milieu vernietigende schaal in de Nederlandse bossen is gedumpt of (ander middel), bij de verspreiding waarvan de verschillende distributeurs een letterlijk moordende concurrentiestrijd voerden.

7c: KABINET, GA FIETSEN!

Vraag8

- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -

Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.

Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
8: Het zou een hoop CO2 schelen als de milieu en klimaat hupsels wat minder over de wereld zouden reizen om andere culturen te snuiven, als ze eens zouden ophouden om quinoa te vreten, die uit Zuid Amerika moet worden opgehaald, geen papaya’s uit Midden Amerika of spercieboontjes uit Egypte en Senegal. Als ze eens zouden ophouden om voor een ECHTE man op vakantie te gaan naar Gambia, maar intussen de om de wereld gespannen internet glasvezelkabels misbruiken om te zeuren over #metoo en selfies te versturen vanuit hip Kathmandu.

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
9: Het draagvlak voor die onzin zou kunnen groeien als de waarheid zou worden verteld over klimaat en milieu en als dan zou blijken dat er een klein positief effectje verbonden zou zijn aan die inpassing, mits die inpassing niet ten koste zou gaan van echte natuurlijk waarden, zoals bossen, weilanden en dieren.