Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam S van den Berg
Plaats Montfoort
Datum 16 september 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

1a. Belangrijk is dat niet via belastingmaatregelen burgers gedwongen worden om keuzes te maken die ze zelf niet willen. Dat is een vorm van legale dictatuur wat onlusten in de samenleving tot gevolg heeft. Bijv. energiebelasting nog verder omhoogschroeven om op die manier de business case voor van-het-gas-los rond te krijgen. Dat is een soort oplichterij, want de spelregels worden aangepast om het doel te bereiken. De burger krijgt schijnvrijheid terwijl in een democratie altijd de vrijheid centraal heeft gestaan. Ik maak me grote zorgen over de druk die mensen ervaren ipv de vrijheid. Van druk worden mensen boos, van vrijheid worden mensen blij. Laat mensen in vrijheid en vrijwilligheid kiezen voor gasloos etc, dan zijn ze echt blij en positief en dat motiveert anderen om dan mee te doen. Tenslotte vind ik het tempo extreem hoog. Dat maakt mensen onzeker en zorgt er ook voor dat technieken toegepast worden die niet voldoende uitontwikkeld zijn om efficiënt en effectief te zijn.

1b. Burgers hebben niets te vertellen maar worden o.a. via belastingmaatregelen gedwongen hun gedrag aan te passen. Burgers moeten een grotere rol krijgen in wat ze echt willen. Bijv. het gasloos bouwen besluit kwam erg onverwachts en heeft in de verkiezingscampagnes en verkiezingsprogramma's geen rol gespeeld. Dat is slecht voor een democratie.

Daarnaast vind ik de overheid/politiek onduidelijk als politici zoals Segers beloven dat mensen nooit gedwongen zullen worden maar dan blijkt later dat via de wijk-aanpak je verplicht moet meedoen. En men belooft dat het budget neutraal zal zijn, maar uiteindelijk wordt het totale energiegebruik duurder gemaakt met belastingen en daarmee de business case van gas-loos gerealiseerd. Dan betaalt de burger dus toch nog.

Tenslotte zie ik een groot probleem waar de rijken makkelijker in gebruik maken van subsidie mogelijkheden, bijv. voor zonnepalen en armere mensen in oudere huizen hier niet van profiteren. Ik denk dat de subsidies op dit moment bij de verkeerde groep mensen terechtkomt en dat gaat voor onvrede en wantrouwen zorgen. Het klimaatbeleid verergert op dit moment een tweedeling ipv dat het mensen tot elkaar brengt.

Het tempo moet naar beneden. De bedrijven, die meer verbruiken dan burgers, moeten eerst omschakelen en daarna pas de burgers. Nu is het eerste burgers en bedrijven blijven buiten schot en dat moet dus andersom want burgers moeten de economie op gang houden.

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
De mondiale effecten van energie gebruik op de planeet aarde. Ipv alle focus op het kleine Nederland met zeer schone lucht en schoon oppervlaktewater, is het beter om te focussen op de echte problemen wereldwijd en daar onze miljarden aan te besteden. Bijv. in Aziatische landen. Dat is effectiever dan peperdure installaties verplichten in NL via subsidie regelingen waardoor de burger veel te veel geld kwijt is aan iets waar bovendien onze bevolking niet massaal achter staat.

Verder is het behoud van tropisch regenwoud erg belangrijk. Wij zijn een grote afnemer van hout uit die gebieden en dat is prima als het maar via het FSC keurmerk plaatsvind. Het voordeel van dat keurmerk is dat het bewezen garandeert dat het bos behouden blijft en nieuwe grondstoffen blijft leveren. Tegelijk neemt de CO2 uitstoot niet toe, terwijl bij alle andere bouwmaterialen de CO2 uitstoot wel toeneemt. Om deze belangrijke bossen te beschermen moeten ze eigenlijk allemaal FSC gecertificeerd worden. De NL regering zou een eerste stap kunnen zetten door alle tropisch hout wat in NL verwerkt wordt te verplichten tot het FSC keurmerk.

Dus het mondiale karakter van energie en klimaat is nu buiten beeld en alle focus is op Nederland. Dat zou evenwichtiger moeten zijn om de biodiversiteit in bijv. de tropische regenwouden beter te beschermen.

Ook zou ik veel meer miljarden in onderzoek en ontwikkeling van onze technische universiteiten steken dan in subsiidie regelingen (want dan zijn we het geld eigenlijk kwijt aan het bedrijfsleven). Met de nieuwe kennis die we opdoen aan onze universiteiten kunnen nieuwe producten ontwikkeld worden en komen nieuwe bedrijven voort die goed zijn voor onze economie. Dus veel meer inzetten op technisch onderzoek zodat de oplossingen voor de energie transitie veel beter en effectiever zijn dan nu.

De dramatische toon die in de media rondzingt moet ontkracht worden, de wereld en de biodiversiteit vergaat echt niet de komende 30 jaar. We hebben tijd genoeg om slimme uitvindingen te doen. De overheid moet kalmerend spreken en niet opzwepend.

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a. Dit is een vrij technische detail vraag waar ik geen zinvolle bijdrage aan kan geven.
3b. Dit is niet mijn kennisgebied.

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Je moeten bedrijven meer tijd geven om producten en diensten door te ontwikkelen zodat ze beter en goedkoper worden. En je moet mensen meer tijd geven om te wennen en te sparen voor deze stappen.
Ook al komt er een Warmtefonds, dat neemt niet weg dat het alsnog geld kost voor de burger. Weer een lening. Geef het meer tijd.

Haal de doelen via maatregelen bij het bedrijfsleven, die een veel groter deel van de energie gebruiken dan burgers.
Burgers kunnen niet zo makkelijk dreigen met verhuizen, bedrijven dreigen daar wel mee; daarom blijven die tot nu toe meer buiten schot. Dat is niet eerlijk en daar moet de regering mee aan de slag gaan.
De burger volgt echt wel, maar geef hem de tijd en laat het op een natuurlijke manier gebeuren ipv de huidige geforceerde manier.

Voor particulieren en woningbouwcorporaties zou ik extra focus leggen op groen. Wie meer groen legt op daken en in tuinen krijgt korting op de WOZ belasting bijv. Wie bomen in zijn tuin heeft staan krijgt nog meer korting. Er is veel meer groen mogelijk en dat is goed voor de verduurzaming van ons land. Dat is qua bijdrage aan de doelstellingen niet zo heel veel maar voor het leefcomfort en de biodiversiteit draagt het wel veel bij.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
Hoe ga je boeren en burgers die het helemaal niet eens zijn met de Klimaatdoelen dwingen hier aan mee te doen?
CO2 is namelijk niet giftig, daar groeien planten juist goed van.
We kunnen beter nadenken en onze miljarden investeren in het omgaan met hogere temperaturen dan de stijging proberen te beïnvloeden. We kunnen beter met ons bedrijfsleven veel geld in de wereld gaan verdienen door overal dijken en duinen aan te leggen en op te spuiten dan zonnepalen in Nederland te leggen op onze huizen (onze huizen worden er ook lelijk van helaas met al die gekke glimmende vierkante dingen op onze mooie dakpannen). Maar dat is een persoonlijke stap die een woningeigenaar mag nemen, alleen had ik wel verwacht dat de welstandcommissie hiertegen zouden protesteren.

Onze aarde kan nog veel meer voedsel produceren, ik zie het probleem niet. Zelfs met de huidige technieken. Laat staan als we nog meer innoveren in de landbouw, dan kunnen we nog meer voedsel produceren op de huidige oppervlakte. Wat wel belangrijk is dat grondstoffen duurder worden, maar dat gebeurt vanzelf als ze schaars worden. Dan komt er vanzelf een evenwicht.

Ik zou de samenhang tussen beide activiteiten niet zoeken maar ze juist gescheiden houden. Ik vind de kabinetsvisie 1 kant opwijzen en dat is perse, koste wat het kost klimaatdoelen halen. Maar zo'n omvangrijke, impactvolle visie zou gedragen moeten worden door meer dan 2/3 van de burgers. Hebben we dat al eens eerlijk aan de burgers voorgelegd? Draagvlak vind ik erg belangrijk, als iedereen het wil: oke, dan doen we dat. Als een groot deel twijfel of mordicus tegen is, dan kun je hen niet gaan dwingen via belastingen. Dat levert onrust en misschien zelfs wel geweld op omdat men zich onderdrukt voelt en denkt geen kant op te kunnen.

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Ik wil geen zonne- en windenergieprojecten omdat ze zelfs in gunstige omstandigheden bij lange na niet voldoende zijn om te voorzien in de Nederlandse energiebehoefte.
Er moet bijv. beter gestudeerd worden op groene kernenergie en waterstof technologie.
Ik vind dat de overheid op het punt van participatie trajecten moet uitkijken dat de rijke mensen profiteren van deze projecten en de arme mensen niet.
Het liefst zie ik dat zonnepanelen alleen nog op onzichtbare locatie (platte daken) mogen liggen en niet op schuiven daken in woonwijken. En dat zonneweides ook verboden worden in NL omdat de biodiversiteit hieronder leidt. Zonnepalen op platte daken juich ik toe, dat is prima alleen is het een druppel op een gloeiende plaat en krijgt het dus veel te veel aandacht. De overheid zou eerlijk moeten voorlichten aan burgers dat al die zonne- en windenergie maar een miniem gedeelte van onze behoefte afdekt. Evenwichtige voorlichting en geen subsidie is eigenlijk het eerlijkste.

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

7a zorg dat subsidies niet terechtkomen bij directeuren en rijke mensen. Want die kunnen het in theorie zelf betalen. Zorg dat de subsidie terechtkomt bij arme mensen, dan heb je effect en dan creëer je ook meer draagvlak en verbroedering. Nu leidt het tot jaloersheid, onbegrip en graai cultuur.

7b subsidies vind ik erg marktverstorend. Dat moet alleen om een ontwikkeling op gang te brengen. Ik denk dat die ontwikkeling al op gang gekomen is, dus laten we dat geld maar steken in andere projecten die nog aangezwengeld moeten worden. Elektrische auto moet zichzelf verkopen, de overheid moet zich daar zo weinig mogelijk mee bemoeien.
Het risico is bijv. dat bedrijven hun beperkte productiecapaciteit op Nederland richten, zodat de laadpalen, batterijen en auto's naar Nederland gaan en niet naar andere Europese landen. Als de productiecapaciteit gelimiteerd is (wat de komende jaren nog zo is) dan is subsidie onnodig en weggooien van geld.

7c Reken eens uit wat mobiliteit echt bijdraagt aan verkeerde uitstoot en wat de andere bronnen van giftige uitstoot zijn. Weeg dat tegen elkaar af. Wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen. Ga niet teveel focus leggen op mobiliteit als er meer voordeel gehaald kan worden op andere punten. Bijv. vuurwerk. Dat is echt slecht voor het milieu en zou compleet verboden moeten worden omdat het ook nog gevaarlijk is en overlastgevend. Terwijl autorijden belangrijk is voor de vrijheid en ontwikkeling van mensen (school, mantelzorg, werk, ontspanning) en relatief best meevalt in vergelijking met vliegtuigen. Vliegen moet daarom een realistische beprijzing krijgen via kerozine accijns, een belasting die burgers wel voor hun auto brandstof betalen maar vliegmaatschappijen niet. Te vaak betalen burgers wel maar bedrijven niet. Dat moet veranderen. Begin bij de bedrijven, dan volgen de burgers daarna wel. Die volgorde!

Vraag8

- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -

Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.

Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
Dit is een technische detail vraag waar een onderzoeksbureau een keurig antwoord op kan geven.
Ik vind het veel belangrijker hoe je voor 1 euro de maximale reductie kunt bereiken.
Daar heeft de wereld het meeste aan.
Het heeft niet zoveel zin als we in NL met heel veel geld keurig onze reductie gaan halen en andere landen met veel meer uitstoot te weinig doen. Dan kunnen we onze euro's beter daar investeren en er nog wat op gaan verdienen.
Laten we realistisch zijn en verbonden sluiten met andere landen en hun en onze uitstoot optellen en dan samen gaan reduceren. Kies een land uit waar je goedkoop en snel kunt scoren, dat is voor beiden prettig. Voor ons omdat ons geld effectief wordt besteedt en voor hen omdat ze een ontwikkelingsboost krijgen.

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Door eerlijk te zeggen dat windmolens en zonnepanelen veel te weinig bijdragen aan onze energiebehoefte. Dat dit dus speldenprikjes zijn en eigenlijk helemaal geen echte oplossing. Dat het wachten is op de echte oplossing zoals nieuwe soorten kernenergie of groene waterstof.
Dan begrijpen we dat we onze ruimte beter voor landbouw, wonen en natuur kunnen gebruiken dan voor zonnevelden en windparken.
Stop de waanzin. Ik wordt echt verdrietig van alle onzin die verkondigd wordt en waar de mensen mee zoet gehouden worden.
Wie durft te zeggen dat we wat rustiger aan moeten doen en dat een langzamer tempo en minder focus op zon- en wind energie projecten beter past bij de rationale en nuchtere Nederlander? Wie durft eerlijk te zijn? Ik hoop onze regering. Op dit moment zijn we overgeleverd aan een leger van emotionele drammers, helaas. Ondertussen liggen onze ouderen in verpleeghuizen waar ze slecht verzorgd worden, hebben we veel te weinig leraren in de klas en moeten we tegenwoordig met z'n tweeën werken om een huis te kunnen betalen als er al een huis te koop staat. Ik wil maar zeggen: er zijn grotere en serieuzere problemen die opgepakt moeten worden. Maar dat zijn best ingewikkelde problemen en dan is het uitgeven van een subsidie voor zonne- en windenergie projecten blijkbaar hipper ofzo?!? Laten we niet Roomser dan de paus zijn, de zuidelijke landen houden zich vaak niet aan de Europese begrotingsregels, laten wij nu eens een keer wat trager zijn met die klimaat regels.