Klimaatplan en INEK
Reactie
Naam | D den Teuling |
---|---|
Plaats | Rotterdam |
Datum | 26 augustus 2019 |
Vraag1
- Algemeen -Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.
Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?
Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?
1a: het plan dat er nu ligt is oké, erg zwak, maar oké voor een "VVD plan". Waar goed naar gekeken moet worden is de praktisch eindeloze stroom aan directe en indirecte subsidies die gaat naar bedrijven die deel zijn van het probleem (intensieve landbouw/veeteelt, fossiele bedrijven enz). Vervuiling moet dusdanig zwaar belast zijn dat de overheid alle schade kan verhelpen met de opbrengst. Daarbovenop mag er ook nog gestuurd worden met aanvullende heffingen op gedrag dat tegen de lijn van het klimaat akkoord in gaat en met subsidies voor instellingen die juist goed bezig zijn, verplicht alle instellingen die willen meebieden op een overheidscontract om 100% duurzaam te werken. ook moet de landbouw en de luchtvaart niet uitgezonderd worden van dit nu al slappe plan, je zet een groot deel van de vervuilers buiten de regels, zo komen we er nooit!
1b: de burger moet zijn deel doen, minder vlees eten, minder de auto pakken enz, dit moet ook gefaciliteerd worden door de overheid, vlees is nu soms goedkoper dan groente, deels door indirecte subsidies (niet betalen voor vervuiling) aan de vlees industrie.
Het bedrijfsleven moet verplicht worden om zijn deel te doen, ook hier moet de overheid dat faciliteren door alleen nog subsidies en overheidscontracten uit te geven aan duurzame bedrijven.
De overheid moet dit alles voornamelijk faciliteren door met harde hand te belasten en de inkomsten direct weer uit te keren in de vorm van subsidies voor groene initiatieven en lasten verlichtingen voor de bevolking, want veel kosten zullen aan hen doorberekend worden door bedrijven. Een manier om dat deels tegen te gaan moet ook mogelijk zijn, hoe precies weet ik niet, maar dat het niet alleen door de consument betaald maar er ook minder winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders om de groene investeringen te betalen.
Vraag2
- Strategie voor de lange termijn -Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.
Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
er wordt veel gericht op in 2050 netto 0 co2 uit te stoten, dat vind ik niet erg ambitieus, waarom niet als doel brutto 0? we moeten en kunnen helemaal van fosiel af! verder is de kans erg groot dat de verplichte vergroening die bedrijven zullen moeten doorvoeren wordt doorberekend op de consument, dit terwijl zij zelf ook al moeten investeren om bijvoorbeeld hun huis te vergroenen. daarom zou ik een systeem willen waarin het voornamelijk uit de winstuitkering van aandeelhouders komt, zij hebben jarenlang goud geld verdient aan het destructieve gedrag van deze bedrijven, nu mogen zij hun steentje bijdragen aan de vergroening, limiteer winstuitkeringen tot een minimum, liefst in heel Europa, en investeer al dat geld in vergroening. dit mag uiteraard ook niet ten koste gaan van banen. zoals ik al zei, hoe het precies moet werken is mij niet duidelijk, maar het idee lijkt me vrij simpel
Vraag3
- Samenwerking met andere landen -Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen
Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?
Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a: het liefst zou ik in alle EU landen (of nog beter, alle landen) een ambitieus klimaat plan zien, een stuk ambitieuzer dan nu. helaas is dat nogal onrealistisch, ook binnen het huidige politieke klimaat in Nederland. mijns inziens zou een kopgroep van landen die echt iets willen veranderen (ipv schone schijn zoals Nederland onder VVD/D66/CDA) als voorbeeld kunnen dienen voor andere landen. zij zullen echter ook samen op moeten trekken om in de hele EU beleid door te voeren dat de achterblijvers stimuleert om mee te doen.
3b: ik kan zelf (nog) minder vlees eten, korter douchen, minder vliegen enz.. de ondersteuning die ik daarin nodig heb is voornamelijk financieel, het is op dit moment nog duurder om de goede keuze te maken dan om dom door te gaan op de oude weg. ik wil alleen subsidie voor biologische/ecologisch boeren, ik wil een heftige heffing op vlees, een verbod op kiloknallers op vlees, een heffing op verpakkingen, ik wil dat de vervuiler betaald!
Vraag5
- De klimaatopgave in de landbouw -In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.
Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
laat veeboeren betalen voor hun vervuiling, dit zal de prijs van vlees dusdanig verhogen dat het gezien zal worden als wat het is, een luxe product. de boeren die hierdoor kopje onder gaan kunnen, met hulp van (en op kosten van) de overheid, worden getraind tot bio-boeren of met vervroegd pensioen (voor mijn part train je ze tot imker, dan sterft de bij misschien niet uit). stop met het subsidiëren van alle boeren die niet aan de strengste milieu eisen voldoen. zet in op 100% bio- en ecologisch!
Vraag6
- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.
Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.
Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
geef iedere Nederlander de kans om zich in te kopen in een groen project, niet alleen als het toevallig bij een boer in de buurt op het veld staat. inkopen kan ook op afbetaling, bijvoorbeeld een maandelijks bedrag ter hoogte van de energie rekening. in ruil daarvoor krijg je stroom van je "eigen" molen.
belangrijk is dat het niet alleen voor de rijke mensen en bedrijven mogelijk is hun steentje bij te dragen. en dat het uiteindelijk iets oplevert. zodra de molen betaald is, gaat het maandelijkse bedrag omlaag bijvoorbeeld.
Vraag7
- Het stimuleren van elektrische voertuigen -Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.
Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?
Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.
Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?
Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?
7a: de overheid dient er rekening mee te houden dat de meeste elektrische auto's schadelijker zijn dan een benzine auto tot dat ze de 100.000km hebben gepasseerd. dit ivm de schadelijke productie van batterijen.
7b: klinkt goed, ik denk dat er misschien ook gekeken moet worden naar het ONaantrekkelijk maken van fossiele auto's
7c: kijk ook naar andere alternatieven zoals de waterstof auto, met al die batterijen wordt het probleem verplaatst. dadelijk hebben we 0 CO2, maar is de natuur dood door alle schadelijke mijnbouw en productie tbv batterijen.
Vraag8
- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.
Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.
Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
geen idee.
Vraag9
- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
hang eens wieken aan de schoorstenen van de botlek of DSM, die horizon vervuiling vind blijkbaar niemand erg. laat mensen zien wat de gevolgen zijn van niets doen, dan wordt wel iets doen ineens een stuk mooier