Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam JH Blaauw
Plaats Schoonebeek
Datum 15 september 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

1A: Belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering is de betaalbaarheid van het klimaatbeleid en hoe dit verdeel gaat worden over overheid, bedrijven en burgers
De doorrekeningen van instituten als CPB en PBL kloppen natuurlijk van geen kant
In hun doorrekening zijn bijvoorbeeld de kosten van aanschaf van elektrische auto`s en warmtepompen door burgers niet eens meegenomen
Ook moet het woongenot van burgers niet verpest worden door bijvoorbeeld windturbines waar alleen de grondeigenaar (boer meestal) financieel flink van profiteert, maar waar de rest van de omwonenden de overlast hebben
Bij plaatsing van windturbines moeten de omwonenden per bindend referendum kunnen meebeslissen, zonder referendum----> geen windturbines
We leven tenslotte in een democratie, niet waar ??

1B: Het klimaatakkoord was overduidelijk een opzetje van (extreem)linkse NGO`s, brancheorganisaties als UNETO-VNI en andere die financieel profijt hebben van de kosten die burgers moeten maken voor de energietransitie
De burgers werd NIETS gevraagd, en waren NIET uitgenodigd aan de klimaattafels

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
Betaalbaarheid van het klimaatbeleid is aandachtspunt Nr 1
Het is heel erg simpel om draagvlak te creeren voor de energietransitie en het klimaatbeleid; zorg dat dit budgetneutraal gebeurt, sterker nog dat de burger en financieel op VOORUIT gaat
Om dit te kunnen doen moet er snoeihard bezuinigd worden op zaken waar Nederland en de Nederlandse burger niets aan heeft,
*zoals de asielindustrie; asielzoekers/vluchtelingen laten we niet meer binnen, COA kan opgeheven worden, IND kan drastisch bezuinigen
*Criminele migranten met een dubbel paspoort, en migranten in een uitkering met een dubbel paspoort worden uitgezet naar hun "vaderland"
* De Nederlandse bijdrage aan de EU en de VN gaat naar 0
*Ontwikkelingshulp stoppen we mee
*Drastisch het mes in de vele subsidie aan ontelbare NGO`s en andere linkse clubjes

Democratie verdient ook bijzondere aandacht bij het klimaatbeleid
Dat betekent dus niet de huidige nepdemocratie, maar dat burgers per bindend referendum kunnen meebeslissen op zaken die inpact op hen hebben

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
3a; Nederland moet niet doen alsof luchtvervuiling en emissies stoppen bij de landsgrens, als de Nederlandse burger van het aardgas af moet, terwijl 20km van de Limburgse grens er bruinkoolcentrales staan in Duitsland, dan is dat natuurlijk absurd

3b: Ik wil best mijn huis verder isoleren en zonnepanelen, maar zoals bekend is de overheid een onbetrouwbare zakenpartner.....
De burgers willen zekerheid dat maatregelen niet afgeschaft of fiscaal afgestraft gaan worden als het te popuair wordt of de overheid inkomsten mist...
Dus ik wil straks niet opeens ene belasting op zonnepanelen zien (zoals in Spanje...)

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Als de overheid werkelijk serieus is met het verduurzamen van de gebouwde omgeving dan moeten ze stoppen met bouwen en wonen als verdienmodel te zien
*BTW op bouwmaterialen en arbeidsloon naar 0%
*Kostenloze bouwvergunningen, nog beter; helemaal geen bouwvergunningen bij zaken die niet constructief zijn maar alleen esthetisch/cosmetisch anders zijn
*Ook zonnepanelen, warmtepompen en isolerend glas toestaan in/op monumentale panden

Het migratiesaldo is de laatste jaren 100.000 inwoners per jaar
Dat betekent dat er elk jaar een stad als Delft of Almaar bij komt, daar valt natuurlijk niet tegen te bouwen
De overheid moet stoppen met deze massamigratie, anders is het dweilen met de kraan open

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
De (glas)tuinbouw bestaat zo`n beetje bij de gratie van het goedkope Groningse gas en de beschikbaarheid van goedkope buitenlandse arbeidsmigranten.
Die bedrijven moet je voor het blok stellen; verduurzamen en mechaniseren/automatiseren of wegwezen uit Nederland

De landbouw en veeteelt in Nederland is de meest efficiente ter wereld
Je kunt die bedrijven wel wegpesten uit Nederland, maar de vraag blijft, en als die bedrijven weggaan uit Nederland dan verplaatst de emissie zich alleen maar
En doordat ze buiten Nederland minder efficient werken stijgt de emissie, en is er een groter areaal aan land nodig

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Participatie betekent dat de besluitvorming ECHT democratisch moet gebeuren, dus niet de nepdemocratie die we nu hebben
Dat betekent dat besluiten per bindendd referendum aan de burger voorgelegd moet worden

Financiele participatie betekent dat burgers moeten meedelen in de opbrengst van zonneparken en windturbines in hun omgeving
De grondeigenaar (boer meestal) krijgt iets van €30/40.000 per windmolen per jaar op zijn land (overheids subsidie)
Dat staat totaal niet in verhouding met de pachtopbrengst als hij diezelfde grond zou verpachten (±€1000 per hectare per jaar)

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

Bij de huidige en vorige subsidies van elektrische auto`s profiteren leaserijders en ondernemers van de subsidies
En particuliere autorijders vrijwel niet

Na afloop van de leasetermijn worden de leaseauto`s massaal geexporteerd naar het buitenland omdat het voor de particuliere autokoper/bezitter het totaal niet (financieel) interessant is om elektrisch te rijden

Zoals bekend koopt het merendeel van de particulieren een auto als occasion, dus profiteert ie amper van subsidies

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Burgers moeten financieel meedelen in de opbrengst van windmolens en zonnepanelen, en niet zoals zu dat alleen de grondeigenaar (boer meestal) buitensporig veel verdient eraan

Burgers moeten per bindend referendum kunnen meebesluiten over de plaatsing van windturbines in hun omgeving

Er moet GEEN natuur of bomen opgeofferd worden voor zonnepanelen of windmolens