Klimaatplan 2025-2035

Reactie

Vraag1

Een klimaatplan moet volgens art.3 lid 2a van de Plan-MER Richtlijn 2001/42/EU, gezien worden als een plan of programma binnen de domeinen: energy, industry en land use, en is derhalve plan-MER plichtig.
Dat betekent concreet dat wanneer men een klimaatplan opstelt zonder voorafgaande strategische planmatige beoordeling overeenkomstig de richtlijn en het Verdrag van Aarhus (en het Verdrag van Espoo), men handelt in strijd met de primaire en secundaire wetgeving van de Europese Unie en dat om die reden het klimaatplan geen juridische basis heeft en dus verwerpelijk is.
Deze publieke consultatie voldoet niet aan de regels die de wet daaraan stelt.
De lidstaatregeringen negeren de Uniewetgeving en drukken geen wetenschappelijk gedragen maar een louter politiek gestuurd energie- en klimaatbeleid door zonder het betrokken publiek vooraf zowel passief als actief objectief te informeren en zonder dat publiek de in de wet vastgelegde medezeggenschap te verlenen op het moment dat alle opties nog op tafel liggen. Bovendien is het beleid ook wat art. 9 van het verdrag betreft, de waarborging in milieuzaken van efficiënte toegang tot de rechter, manifest in strijd met de wet.