Help ons wetten en regels te verbeteren die mensen ernstig in de knel brengen
Reactie
Naam
|
ACVZ (mr. H Verbaten)
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
7 maart 2022
|
Vraag1
Welk voorbeeld wilt u doorgeven?
Het boetestelsel in de Wet inburgering houdt volgens de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (Adviesraad Migratie) onvoldoende rekening met persoonlijke omstandigheden. Naast disproportionele boetes lijkt het ontbreken van een hardheidsclausule die ziet op niet-sanctionerende belastende maatregelen zoals het opleggen van een inburgeringsplicht, de verlenging van de inburgeringstermijn en de terugbetalingsplicht met betrekking tot de sociale lening, op gespannen voet te staan met het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel.
Vraag2
Heeft u hierover eerder contact gehad en zo ja met welke organisatie?
Ja, adviezen van 19 september 2019, 22 oktober 2020 en 5 november 2021 van de adviesraad gericht aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vraag3
Weet u over welke wet of regel uw voorbeeld gaat?
Regels over boeteoplegging aan inburgeringsplichtigen in de Wet inburgering 2013 en 2021, Besluit en Regeling inburgering 2021.
Vraag4
Weet u over welk artikel van de wet of regel uw voorbeeld gaat?
Handhaving hoofdstuk 7 Wet inburgering 2021. Artikelen 22 tot en met 26 Wet inburgering 2021, artikelen 7.1 en 7.2 Besluit inburgering 2021, artikelen 7.1 tot en met 7.4 Regeling inburgering 2021.
Boeteoplegging op grond van de artikelen 28, 30, 31, 33 en 34 Wet inburgering 2013.
Ook het voornemen tot wijziging van artikel 27, tweede lid en artikel 54, derde en vierde lid Wet inburgering 2021 (invoegen hardheidsclausule).
Vraag5
Waarom geeft u dit voorbeeld door? Wat is het probleem dat u ziet?
De regering heeft in de Wet inburgering het aantal sanctiemomenten en het maximale boetebedrag verhoogd, zonder stil te staan bij de effecten ervan op veelal kwetsbare mensen die niet bekend zijn met de complexe regels en de taal niet goed machtig zijn.
De hoge inburgeringsboetes staan op gespannen voet met het evenredigheidsbeginsel. Een inburgeringsplichtige die zich meermaals verwijtbaar onvoldoende inspant tijdens het inburgeringstraject én niet tijdig resultaat behaalt kan in theorie boetes krijgen die in totaal oplopen tot € 4.080. Dat zowel de inspannings- als de resultaatsverplichting bestraft worden, zou kunnen leiden tot een samenloop van boetes voor hetzelfde ‘vergrijp’. Dat kan leiden tot een dubbele bestraffing en financiële problematiek bij de inburgeringsplichtige.
Vraag6
Voor wie zorgt uw voorbeeld voor problemen?
Inburgeringsplichtigen die te maken krijgen met onevenredig hoge boetes.
Vraag7
Hoe denkt u dat we dit probleem kunnen verbeteren? Als u concrete suggesties hebt voor het verbeteren van de wet of regel dan kunt u dat hier ook doorgeven.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is voornemens een hardheidsclausule in de Wi 2013 en Wi 2021 op te nemen. Echter, de hardheidsclausule zou alleen in enkele zeer bijzondere individuele gevallen de mogelijkheid bieden af te wijken van de verplichting om een boete op te leggen. Dat is volgens de adviesraad onvoldoende.
In het commentaar ‘Meten met meerdere maten. Het boetestelsel in de Wet inburgering’ pleit de adviesraad voor een ruime hardheidsclausule, die ook ziet op niet-sanctionerende maatregelen, waarbij individuele omstandigheden, zoals onder meer de leeftijd, het leervermogen en de financiële draagkracht van de inburgeringsplichtige betrokken worden.
Schrap de artikelen 23 en 24 in de Wi 2021 die gaan over het tussentijds opleggen van (herhaaldelijke) boetes. Leg als alternatief een last onder dwangsom op, die alleen opgelegd wordt bij ontbrekende bereidheid in te burgeren en pas geïnd wordt indien aan het einde van het traject blijkt dat het examen door de inburgeringsplichtige aantoonbaar verwijtbaar niet tijdig is behaald. Er is dus reparatiewerk in de nieuwe wet noodzakelijk.
Bijlage