Help ons wetten en regels te verbeteren die mensen ernstig in de knel brengen

Reactie

Vraag1

Betreft naleving van de Woonwet die moet toezien stedelijke vernieuwing: op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de woon- en milieukwaliteit, versterking van het economisch draagvlak, versterking van culturele kwaliteiten, bevordering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins tot structurele kwaliteitsverhoging van dat stedelijk gebied.

Vraag2

Als belangenbehartigende organisatie, met subsidie van de gemeente Amsterdam, signaleren wij vanuit onze opdracht (structurele) problemen, onder andere betreffende de woonkwaliteit. Hierover hebben we contact met alle relevante contacten bij de gemeente. En signaleren dit in overleggen ook met landelijke vertegenwoordigers van de overheid.

Vraag3

Woningwet

Vraag4

Artikel 1

Vraag5

Er is onvoldoende controle op de Woonkwaliteit met verstrekkende gevolgen:
Ooit waren kwaliteitseisen gekoppeld aan de financiering (via grondprijzen en/of subsidies) en afdwingbaar/handhaafbaar. Daardoor kon landelijk en gemeentelijk beleid uitvoerbaar gemaakt worden qua doelgroepen en woningkwaliteit. Bouwplannen en bestemmingsplannen werden daarop getoetst. En niet onbelangrijk: ook renovatie/onderhoudsplannen van woningcorporaties werden in relatie met hun afbraak/nieuwbouwplannen getoetst aan het gemeentelijk beleid wat betreft woningbehoefte en woningkwaliteit.

Door de loskoppeling van geldstromen is er binnen de gemeentes een ongelijkwaardige scheiding ontstaan tussen aan de ene kant geld/inkomsten uit gronduitgifte en anderzijds de voorgenomen kwalitatieve beleidsdoelen.
Door deze ontkoppeling hebben gemeentes hun kwaliteitsdoelen niet meer geactualiseerd en/of op een andere manier uitvoerbaar gemaakt. Daarom is binnen financieel vastgestelde opbrengstkaders nu alleen nog een zijdelingse invloed mogelijk op het woningbouwbeleid (zowel kwantitatief als kwalitatief).

Nog meer dan kwantiteitsdoelen zijn kwaliteitsdoelen nu onderdeel geworden van een secundair/tertiair proces. In plaats van doelen vastgelegd in bestemmingsplannen en daarna gefinancierd is het nu andersom: binnen het budget is het onderhandelen over de bestemmingen- doelen, vergunningen, opdrachten.

Onze conclusie: zolang er geen harde koppeling is tussen gemeentelijke beleidseisen en geldstromen, blijft het gerommel in de marge en proberen belangengroepen in feite elkaars achterhoedegevecht te winnen.

Erger nog : gemeentelijke beleidseisen bestaan zo niet: het kunnen niet meer dan vrijblijvende doelstellingen blijven binnen het speelveld dat bepaald wordt door grondbedrijf, ontwikkelaars en corporaties. Dan kunnen wij ervaringsdeskundigen laten inspreken tot ze een ons wegen maar het snijdt geen hout als er geen geld wordt vrijgemaakt voor uitvoerbare plannen/ideeën/wensen.

Vraag6

Mensen in kwetsbare posities; voor ons vooral mensen met een fysieke of mentale beperking of een chronische aandoening, voor wie de borging kwaliteit van wonen een voorwaarde is om te wonen.

Vraag7

Alleen een hernieuwde sterke koppeling tussen beleidseisen en geldstromen kan werkelijk kansen bieden om gewenste kwaliteit te realiseren. (Op alle terreinen). Sterke koppeling met gronduitgifte-eisen, gedeeltelijke en/of geoormerkte medefinanciering van ontwikkelingsprojecten zou dan nodig zijn. En de transparante toetsing die er bij hoort.

Wij als onafhankelijke cliëntenondersteunende organisatie proberen samen met partnerorganisaties en ervaringsdeskundigen de positie van mensen met een beperking of chronische aandoening te verbeteren en de gemeente te adviseren bij het naleven van het VN-verdrag voor mensen met een handicap. Om die reden stelde wij met hen een Inclusieagenda op. Deze wordt onvoldoende gehanteerd, nageleefd en heeft al helemaal weinig invloed op bovenstaand proces.