Wijziging subsidieregeling DUMAVA

Reactie

Vraag1

Het is positief dat de verduurzaming van gebouwen zich ook richt op de opslag van energie. We waren aangenaam verrast dat de DUMAVA-regeling specifiek de nadruk legde op duurzame oplossingen voor energieopslag, wat voor ons logisch en welkom is om meerdere redenen.

Binnen de subsidiemaatregelen voor opslag lag de focus op de zout(water)batterij, een weloverwogen keuze vanwege de voordelen van duurzame materialen, zoals zout, in vergelijking met lithium-gebaseerde accu's waar al genoeg over is gediscussieerd (geopolitieke afhankelijkheid, vervuilende winningsprocessen etc.). Bovendien toont een LCA-rapportage aan dat de zoutbatterij een 'carbon footprint' heeft die minder dan de helft is van die van een lithium batterij.

Een andere reden waarom we dit als positief ervaren, is het potentieel om de zoutbatterij op de Nederlandse markt te introduceren waarmee we eind 2021 zijn gestart. Want hoewel de zoutbatterij een Europees product is (uit Zwitserland) en al bijna 20 jaar op de markt is, is het in Nederland nog relatief onbekend in grootschaliger energieopslagsystemen. Wereldwijd wordt er aanzienlijk geïnvesteerd in lithiumbatterijen, wat de productiekosten verlaagt. De opschaling van de zoutbatterijproductie is gaande, maar er is nog werk te verzetten om vergelijkbare schaal- en kostenvoordelen te behalen. De DUMAVA-subsidie is een waardevolle impuls om de verkoop van zoutbatterijen te bevorderen en de productie verder te laten groeien.

Er zijn ook voordelen op het gebied van brandveiligheid, aangezien de zoutbatterij intrinsiek brandveilig is door het niet-brandbare karakter van zout, wat de kans op een thermische runaway elimineert. Er komen ook geen explosieve en schadelijke gassen vrij. Hierdoor kan de zoutbatterij zonder extra eisen van veiligheidskaders, zoals PGS37-1 voor lithium, binnen worden geplaatst wat gunstig is voor de gebouweigenaren, gebruikers, verzekeraars en brandweer.

Hoewel het positief is dat de zoutbatterij nog steeds onder de DUMAVA-regeling valt, is het jammer dat door de inclusie van 'niet-duurzame' meer conventionele alternatieven de extra stimulans voor duurzaamheid lijkt te verminderen.