Wetsvoorstel macrodoelmatigheid mbo

Reactie

Vraag1

Er wordt mijns inziens te veel waarde gehecht aan gestructureerde toeleiding naar de arbeidsmarkt. De praktijk is weerbarstig. Deelnemers kiezen vaak de beroepsopleiding op andere gronden dan arbeidsmarktperspectief. De vraag is hoe erg dat is. Veel deelnemers werken enige jaren na het verlaten van de school in een ander beroep dan ze voor opgeleid zijn. Blijkbaar hebben ze aan de genoten beroepsopleiding een goede basis gehad om in die functie terecht te komen. Flexibiliteit op de arbeidsmarkt en daarvoor de goede basisvaardigheden aanreiken is zeer belangrijk. Hiermee is de inhoud van een beroepsopleiding niet onbelangrijk geworden, maar weegt minder zwaar dat in het wetsvoorstel gesuggereerd wordt. Voor de kwaliteit en de bereikbaarheid voor deelnemers is een goede spreiding van beroepsopleidingen over Nederland verstandig. Dit zorgt voor voldoende deelnemers (en dus betaalbaarheid) in een opleiding en voorkomt verspilling van overheidsgelden.

Vraag2

De vraag is of de samenwerking gaat werken. Het is een vlees noch vis situatie. Of je laat de marktwerking toe op het opleidingenaanbod en laat de scholen zelf beslissen wat ze aanbieden of OCW regelt de spreiding van het opleidingenaanbod. De samenwerkingsoverleggen kosten veel tijd en geld en de vraag is of het doel ook bereikt wordt. De ervaring vanaf de invoering van de WEB leert dat samenwerking een zeer moeizaam proces is dat vaak ook niet duurzaam blijkt te zijn.