Beleidsregel maximumtemperatuur diertransport

Reactie

Naam NEPLUVI (A.M.P. Egelmeers)
Plaats Veenendaal
Datum 18 december 2023

Vraag1

Wilt u reageren op de beleidsregel maximumtemperatuur diertransport? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Er lopen diverse overleggen tussen sectoren en de Nederlandse overheid met als doel het borgen van dierenwelzijn gedurende het transport. Zo hebben diverse sectoren hun eigen hitteprotocollen met voorgeschreven maatregelen in geval van extreme temperaturen. Desondanks werd de NL pluimveesector verast met deze, ons inziens, onnodige beleidsregel waarbij vanaf temperaturen van 30 graden Celsius of meer niet meer getransporteerd mag worden, die mogelijk juist tot problemen op zowel het gebied van dierenwelzijn dan wel voedselzekerheid zal leiden. Nederland bevindt zich in een Europees speelveld als het wet- en regelgeving aangaat omtrent diertransporten. Hierbij is het in het kader van level playing field zeer ongewenst om additionele regels voor enkel Nederland te maken.
Daarnaast vragen wij ons ten zeerste af of het moment van publicatie van deze beleidsregel wel juist is, gezien de Europese Commissie op dit moment bezig is met de herziening van de Europese Verordening EG 1/2005 (transportverordening) waarin specifiek dit onderwerp, transport bij extreme temperaturen, wordt beschreven. Nu deze wetgeving eraan komt, is het zaak om de nationale voorgenomen beleidsregel los te laten en uniforme regels na te streven voor alle spelers binnen de interne markt van de Europese Unie.

Vraag2

Wat is volgens u het te verwachten effect van de beleidsregel maximumtemperatuur diertransport?
NEPLUVI heeft een uitgebreide reactie gegeven aangaande de impact van de voorgenomen beleidsregel in haar met LNV gedeelde impactanalyse waarin een drietal scenario’s is uitgeschreven. Belangrijk punt hierin betreft de planning op de slachterij en de onmogelijkheid om in te schatten of, wanneer en vanaf welke tijd er een temperatuur van 30 graden of hoger zal zijn. Het inbouwen van marge, om dit op te vangen, is gedurende de gehele zomerperiode niet haalbaar.
Indien het gedurende een langere periode temperaturen van 30 graden of hoger is, betekent dit dat pluimvee langer in de stal moet blijven maar ondertussen niet stopt met groeien. Dit leidt tot directe problemen in de stal, waaronder;

- Een hogere bezetting (mogelijk overschrijding wettelijke bezettingsgraad) en dus hogere warmteproductie waar de ventilatie en koeling in de stal niet op berekent is
- Meer vochtproductie en dus een hogere luchtvochtigheid (hogere gevoelstemperatuur)
- Kans op het ontstaan van een ‘warmtedeken’ waardoor ventilatie niet meer bij de dieren komt
- Een hogere voervraag waar mogelijk niet op is voorzien
- Mogelijk verhoogde sterfte in de stal
- Mogelijk verhoogde percentages voetzoolleasies

Naast impact op het primaire bedrijf, zullen er ook logistieke problemen ontstaan met de aanvoer van nieuwe eendagskuikens wat kan leiden tot het onnodig vernietigen van bevruchte eieren of in het uiterste geval het euthanaseren van eendagskuikens. Aan de achterkant zullen er gaten ontstaan in de slachtplanning, kunnen te zware dieren niet zomaar in de vooraf geplande slachterij geslacht worden (vanwege het formaat van het pluimvee) en kan dit op termijn zelfs betekenen dat klanten niet beleverd kunnen worden. In het uiterst geval zal dit leiden voor problemen met de bevoorrading van supermarkten en dus tekorten in de voedselvoorziening in de retail.

Vraag3

Welke alternatieven zijn er volgens u?
NEPLUVI is van mening dat het überhaupt generiek verbieden van pluimveetransport bij een temperatuur van 30 graden of hoger een onnodig zware maatregel is. Uiteindelijk is het van belang dat we het doelvoorschrift scherp houden met elkaar, in dit geval het ten alle tijden borgen van het dierenwelzijn tijdens transport. Indien een slachterij, ook op warme dagen, kan borgen dat het dierwelzijn niet in gevaar is, zou het bedrijf door moeten kunnen transporteren. Het middel; géén transport van pluimvee bij temperaturen vanaf 30 graden, kan vervolgens worden toegepast wanneer bedrijven het echt niet op orde hebben.
Daarnaast is een toezegging van de NVWA met betrekking tot flexibele toezicht uren (toezicht in de nacht of op koelere periodes op de dag) in warme periodes noodzakelijk om grotere welzijnsproblemen, welke mogelijk ontstaan bij het invoeren van de beleidsregel, te voorkomen. Hierbij is het noodzakelijk dat bedrijven, indien er ruimte is om te schuiven in de productietijden, dit voor een gehele week kunnen effectueren en niet enkel voor één dag. Dit geldt zeker voor de grote slachterijen, die anders in de knoop komen met de planning van de reiniging en schoonmaak in de slachterij. Tot slot moeten zij tevens vrij zijn om gewijzigde productietijden aan te vragen voor de momenten dat zijzelf hier welzijnswinst in denken te behalen en niet vanaf het moment dat de NVWA het in zijn algemeenheid in haar beleid heeft beschreven.